Rond Kap Farvel

28/29 juli 2007, middernacht UTC

Cape Farewell (Nunaap Isua), volgens de Lonely Planet the Cape Horn of
Greenland’s Patagonia, is een beruchte plaats. Pub.181 van de US Sailing
Instructions geeft als “caution’: “…... Nunap Isua is notorious for foul
weather and heavy seas. During gales, vessels approaching from the E are
advised to keep well clear of the point and make a landfall farther up the
coast”.

Pas de Deux bleef op 100 mijl afstand, maar kreeg toch ook haar vegen uit
de pan van Kap Farvel. ’s Avonds en ‘s nachts passeerde een frontale
storing met 30 knopen wind uit het Z met mist en regen. Na de frontpassage
ruimde de wind naar het ZW en gingen wij, als gepland, op een N-lijke
koers richting Narsaq Kujalleq (= Frederiksdal) Dit ligt ten opzichte van
de kaap 27 mijl ”farther up the coast”, in een NO richting. Nadat de wind
was afgezwakt tot ZW 2 bft, en ik dit bericht zat te schrijven, draaide de
wind plotseling en nam toe tot NO 7 bft (let wel 180º gedraaid!) en kregen
we nog een tweede portie met 30 kt wind. Je kunt je voorstellen hoe de zee
er na een half uurtje uit zag. We zaten meer onder dan boven water.
Bovendien werd het door de passage van het koufront niet warmer dan 5ºC. De eerste portie pareerden we met een zeilplan met 2 riffen en alleen de kotterfok. De bemanning at binnen, zittend op de vloer met de deur dicht, warme Pølser (hotdogs) en we hadden het, de wind, rtegen en mist ten
spijt, best naar onze zin. Op de tweede portie wind waren we wat minder voorbereid. Alle zeilen stonden op. Arjen sliep. Het werd een nat en koud partijtje bij de mast. Je schrikt wel. Janusz Kurbiel had ons immers in Reykjavik verteld hoe hij bij Kap Farvel was omgeslagen, nadat een storm plotseling terug keerde in haar oude spoor. Dat zal ons toch niet ook gebeuren is een gedachte die toch even door je hoofd flitst. Het liep allemaal goed af. De motor bleef bij. Alle zeilen weg behalve de kotter fok, en we varen nu, duikend, hotsend en springend toch met ca. 7 kt op ons doel af. Op naar de ijsbergen die voor de deur van onze bestemming liggen.

Arjen en Michiel