Annapolis, wereldhoofdstad van het zeilen

14 oktober 2007
 
We liggen twee dagen in Annapolis en laten ons helemaal overgieten met het sop van de Amerikaanse watersport. Toen we hier gisteren aankwamen was de Annapolis Power Boat Show net begonnen. Voor de hoofdmoot, de Annapolis Boat Show, hadden we een week eerder hier moeten zijn. Maar ja, wij moesten zo nodig bij het Vrijheidsbeeld en onder de Verazanno Narrows bridge doorvaren, terwijl watersportend Amerika een paar dorpen verderop de kroegen bevolkt. Maar ach, ook op deze manier blijft het de moeite waard om hier de sfeer op te snuiven. In ieder kroeg hangt wel een gesigneerde foto of schilderij van een Sailing Celebrity. De hele stad ademt de zeilsport. Je weet gewoon niet waar je moet kijken. Vanmiddag wilden we naar Electronics Marine, Inc., om voor Robert naar een nieuwe GPS te kijken die hij op zijn COM poort 1 kan aan sluiten (technisch verhaal). Welnu, de winkel was dicht, maar vlak er naast was een kroeg waar we allerlei mensen in kennelijke sailing outfits naar binnen zagen gaan. We stonden op slag tussen de crème de la crème van de Annapolis wedstrijdzeilers. En voor zo ver ze er zelf niet waren, hingen ze aan de muur. En wat deden ze na de races van vandaag op de rede voor de stad……? Ze keken naar de rugbymatch tussen Engeland en Frankrijk!
 
Onze tocht hier naar toe was kleurrijk en veelzijdig. New York uitvaren onder zeil was natuurlijk iets heel bijzonders. Er was wind, later zelfs heel veel, en die draaide langzaam tot hoog aan de wind. De boot zeilde als een godmajoor, maar het wilde, niet erg opschieten. Motorzeilen om hoogte en snelheid te houden, totdat de wind 180º draaide en snel toenam tot 27-28 knopen. Voorbode van een diepe depressie, voorafgegaan door (jawel) onweer en zware windstoten. We gingen slapen in de beschutting van Cape Henlopen. Prachtige ankerplek, doodsaai, maar goed beschermd tegen het 2e onweer dat die nacht over ons heen trok. De volgende dag, woensdag de 11e oktober, recht tegen de wind en golven door de vaargeul, van de overigens zeer ondiepe, Delaware Bay naar het Chesapeake en Delaware Canal. Door de tegenwind, met aanvankelijk ook veel regen, leek het even of we het met het tij, dat hier furieus hard loopt, niet zouden halen. Maar, het weer verbeterde de wind nam af, en ruimde, waardoor we konden motorzeilen en een uur na het kenteren van het tij draaiden we het kanaal in, waar we hetzelfde tij meteen mee kregen. Ja, getijdenstromen lopen soms langs rare wegen, maar zo was het toevallig nu deze keer. We zoefden naar Chesapeake City. Daar was helemaal niets te beleven. We konden er zelfs geen inkopen doen, die we wel nodig hadden. Vroeger was er een florerende Marina, annex restaurant, annex dieselpomp, annex supermarkt, maar die waren 2½ jaar geleden failliet gegaan en de nieuwe eigenaar is nog steeds aan het verbouwen. Ook dat is de USA!    
 
We meerden af aan de gratis gemeentelijke steiger van de stad, naast een Canadese boot, waarvan de bemanning er niet was toen wij aan kwamen. Toen we aan het vast maken waren kwamen ze terug aan boord met de tekst dat ze het nogal “presumptuous” vonden dat we al hadden vast gemaakt zonder dat eerst aan hen te vragen. We hebben meteen weer los gemaakt, met de mededeling dat wij hun gezelschap verder niet op prijs stelden en vonden een prima ankerplek even verderop. Ook onder watersporters lopen er horken rond, al hadden we dat nu net van Canadezen niet verwacht. We zullen ze verderop nog wel eens tegen komen en dan iets creatiefs bedenken om het hun betaald te zetten.
 
Daags daarop naar de meest Noordelijke plaats aan de Chesapeake Bay, Havre de Grace. Daar was wel een supermarkt en de plaats aan de Susquhanna Rivier was prachtig. Helaas was het weer nog steeds erg matig. Dat werd veroorzaakt door een storm in de hogere luchtlagen die ontstond uit de depressie die we sinds woensdag al naar ons toe zagen komen. We hadden wat moeite, door de vlagerige wind, om een goede ankerplek te vinden, maar op advies van Skipper Bob (overgenomen van de Vagebond van René en Helga Spit) vonden we een perfecte plek vlak onder de oude vuurtoren.
 
We dachten dat de depressie wel zo langzamerhand voorbij was en hadden niet zo heel nauwkeurig meer naar het weer bericht gekeken. De wind stond immers voor Annapolis de goede kant op en het zou niet meer regenen. Dat er ook een waarschuwing was voor 30+ knopen wind, was ons even ontgaan. Het ging wel heel hard en op een gegeven moment voeren we nog alleen onder de kotterfok. Maar toen we Annapolis aanliepen stond alles (Yankee, Kotterfok en het ongereefde grootzeil) er weer op. Een aankomst in stijl, bijna drie uur sneller dan waar we mee gerekend hadden. Helaas niet zonder schade, want toen het even 35 knopen begon te waaien gingen er toch een paar dingen stuk. De wet van Murphy werkte weer in volle glorie. De impeller van de watermaker bleef aan een Crab fuik hangen en was verbogen en kapot. De vervanging door de windgenerator ging ook niet ongestoord omdat de beschermkap van de tandwielen er af brak. Hij bleef het wel doen, met interessante hoge opbrengsten in de harde wind.
 
Vandaag in Annapolis hebben we alles weer gerepareerd. We zaten maar een deel van de dag in de kroeg. Op advies van de plaatselijke Ship Chandlery (Fawcett’s, van harte aanbevolen) vonden we een 72 jaar oude lasser die op zaterdag voor ons de boel wel weer aan elkaar wilde zetten. We deden de was, gingen zelf onder de douche en kochten nieuwe schoenen en een horloge voor Robert. We deden de inkopen die we in Havre de Grace niet konden krijgen (o.a. lampolie) en we hadden het naar onze zin. Morgen gaan we weer verder. Waar precies naar toe, weten we nog niet, want ik moest eerst dit verhaal voor de website schrijven. Mooi hè!
 
Michiel en Robert