Cuba

15 januari 2008

Vandaag om 9 uur 's ochtends zijn we de Hemmingway Marina op Cuba ingevaren.
Drie en een half uur later (dat is snel) waren we door de formaliteiten heen. De dokter met zijn spuitbus kon weer naar huis. De boot lag helemaal overhoop. Ze wilden alle kastjes in en ook er onder. De drugshond, met rubberen sokjes aan, kon weer met z'n, vrouwelijke, baasje mee. We zijn een forse stapel papier rijker en een paar dollars armer. Maar we zijn er.

Dit is het verste punt van onze reis. We wilden min of meer de grootcirkel varen van Amsterdam, via de zuidpunt van Groenland naar Cuba. Van hier af gaan we de terugreis naar Europa beginnen. Eerst blijven we hier een tijdje, want we willen wel wat van Cuba zien. Zeker na de tocht die we van Key West maakten om hier te komen. Wilde zee, door de tegen elkaar in staande wind en de Golfstroom. Buiig weer met regelmatig wind van 25+ knopen. Slapen was er door het permanente geslinger niet bij. Het  ging, dankzij de NO wind, wel hard. Aanvankelijk zelfs te hard, waardoor we nog in het donker driegden aan te zullen komen. "Gelukkig" gaf de golfstroom ons zoveel tegengas dat we ruim met daglicht voor de poort lagen. Althans voor zover je van een poort kan spreken. Vlak onder de kust zagen we nog steeds niet de uiterton, die ons het begin van de geul door het koraalrif moest aanwijzen. Op het laatste moment, helemaal opgaand in de achtergrond van de kustlijn, vonden we de ton met de hulp van de verrekijker. Geen leuk moment om mee te maken. Super spannend en nerveus. Toen het rif eenmaal links en rechts van ons was, keken we elkaar aan en zeiden dat dit geen plaats is om 's nachts in het donker aan te lopen. We zijn allebei moe maar wel voldaan. Proost!