Een ongeluk komt nooit alleen

Rota, 18 mei 2011

We zijn in Rota, maar vraag niet hoe. Het loopt goed af, maar we zijn wel
geschrokken. Ik ga proberen het uit te leggen. Pal nadat ons bericht van
gisteren was verzonden draaide de wind terug naar het ZO (pal tegen) en
trok weer aan tot 20 knopen (vlagen van 25 knopen); ook de zee stond weer
recht omhoog. Het werd 15.00 uur voordat we goed en wel in Cadiz waren. 27
uur na ons vetrek uit Olhão, 126 mijl op de log, 113 mijl afgelegd over de
grond, en lekker moe, maar wel tevreden. Veel de motor bij, die er 10 mijl
voor Cadiz mee uit scheed. Lucht via de tank, dachten we. Bijgevuld,
ontlucht, weer afgeslagen, weer ontlucht en vlak voor de aanloop (veel
zeescheepvaart) deed ie 't weer normaal en bleef dat ook doen.

Cadiz was leuk, vooral het restaurant Sopranio, met zeer bijzondere
Spaanse gerechtjes en een mooie huiswijn.

We belden nog met de haven in Rota i.v.m. een waarschuwing in Reeds
Almanac (ed. 2010) dat er behalve bij HW +/- 2 uur niet voldoende water
zou staan in de ingang. Gerustgesteld met de mededeling dat er inmiddels
gebaggerd was en dat we bij iedere stand van het getij naar binnen konden,
ook met 2,10 m diepgang, gingen we stadwaarts.

Vanochtend goed gemutst vertrokken. Eerste tegenvaller: Eenmaal buiten
staan er vlagen tot 35 knopen wind, Grootzeil gauw weer gestreken en dan
maar op de motor naar Rota. Het is minder dan 6 mijl varen. Tegenvaller
twee: de motor scheidt er 500 meter voor de havenmond van Rota weer mee
uit, maar nu is herstarten er niet meer bij. Heel klein puntje voorzeil
uitgerold en op zeil voorzichtig naar binnen. Tegen valler 3: we lopen
snoeihard aan de grond en liggen in golven van 1,5 meter dwarszees te
bonken in het midden van de havenmond. Tegenvaller 4: de havendienst van
Rota begrijpt ons niet en vertelt ons dat we moeten vast maken aan de
meldsteiger, ondanks dat we inmiddels een "pan pan", "pan pan", "we need
assistance" hadden uitgezonden. Tegenvaller 5: een Engelstalige passant
staat in het havenkantoor, begrijpt onze distress, en maant het haven
personeel. Ze hebben geen boot!  Enige mee valler: Al bonkend komen we
over de drempel voor de haven heen en manoevreren voorzichtig naar de
meldsteiger. Tegenvaller 6: er staat niemand om ons op te vangen, behalve
een gebroken meer klamp, die als een mes uit de drijvende steiger steekt
en een paar forse littekens achter laat in onze SB zijde.

We zijn te gestressed om te genieten van het moment dat we weer veilig
zijn en vast liggen aan een steiger van onze haven van bestemming. Het
waait nog steeds 25+ knopen. Maar eind goed al goed. Er is een monteur
beschikbaar die ons meteen komt helpen met het motor probleem. Op een of
andere wijze hebben we sludge in een van onze brandstofleidingen gekregen,
waardoor er soms wel en soms niet voldoende branstof naar het voorfilter
kan komen. Schoongemaakt, motor drie uren op 2000 rpm laten draaien, en
het probleem lijkt verdwenen. We doen dat straks over 6 weken nog een
keer, om zeker van onze zaak te zijn. Er wordt ons gevraagd om over het
gebrek aan waterdiepte en over de schade aan de zijkant van de boot een
klacht te willen schrijven. Wat er van komt zullen we later wel merken,
maar we dienen twee klachten in.

De rust is nu weer over ons. We realiseren ons dat we achteraf er heel
goed aan hebben gedaan door in een keer door te varen naar Cadiz. Met het
weer van vandaag wil niemand op zee zijn . Toch? We liggen nu stevig vast
aan dubbele meerlijnen in een box. Of we morgen wel/niet in de botenlift
kunnen (te veel wind?) merken we dan wel. Zo niet, dan blijft de PdD
gewoon in het water tot 28 juni en kan in de komende 6 weken de schilder
onze SB zijkant weer verfraaien.

Toch een onverwacht slot aan deze mooie reis. Want mooi was het zeker. En
eind goed, al goed. We liggen veilig in onze box. Het is weer volbracht en
buiten waait het windkracht 7. Tot gauw in Holland. Overmorgen vliegen we
terug vanuit Sevilla naar Amsterdam. Eind juni gaat het verder met Frouk
Segaar als nieuwe zeilmaat van Michiel. Tot dan.

Michiel en Joost