De opgravingen van Nora

Capo di Pula, 15 augustus 2011

Zowel in de Lonely Planet als in de pilot van de Italiaanse wateren hadden we er al over gelezen. Op het schiereiland Pula ligt de Romeinse stad Nora. Oorspronkelijk een handelscentrum van de Phoeniciers. De Cartagenen bouwden hun stad er bovenop en de Romeinen bouwden daar weer bovenop de stad Nora. Allemaal heel oud dus, d.w.z. heel veel eeuwen BC en heel lang voor AD. Wouter was gisteren avond al op expeditie gegaan, in zwembroek en met snorkel op en had uitgevonden dat er rondleidingen waren, dus dat gingen we doen. We hoefden er alleen maar voor naar de kant. Op de voorgaande avond gebeurde er iets heel grappigs. Wouter was al snorkelend aan de oever van het opgravingen gebied gekomen. Dat was op dat uur natuurlijk "off limits". Wist hij veel. Ik zat rustig in de kuip te kijken naar een hard hollende en steeds weer struikelende dikke man, die zijn petje verloor, nogmaals struikelde bij het oprapen daarvan en hij blies voortdurend op een snerpend fluitje. Het was net een lachfilm. Wist ik veel dat hij Wouter aan het verjagen was. Die was immers naar een verdronken stad aan het zoeken, maar die had hij gevonden op de kant. Vandaag hebben we gewoon een kaartje gekocht. We hadden geluk, want behalve wij tweeën bestond het gezelschap uit een Italiaans echtpaar en een leuke jonge, vrouwelijke, gids, die voor ons beiden, alles wat ze in het Italiaans vertelde ook nog een keer in het Engels deed.

We maakten veel foto's en als er ooit nog weer een keer een internet verbinding komt om ze op deze site te kunnen laten zien, dan kunnen ook jullie de mozaïeken, het theater, het badhuis ('s ochtends voor de mannen en 's middags voor de vrouwen. Het badwater werd gebruikt om de toiletten door te spoelen. Don Platteel heeft daar met zijn "Ecoplay" anno 2011 een aantal patenten op. Gewoon gepikt van de Romeinen, dus.

We waren ondertussen heel erg gelukkig met onze ankerplek, met uitzicht op de verdedigingstoren op de uiterste punt van de hoge kaap, ook nog uit de Punische tijden. Toch gingen we anker op om naar de Porta Teulada te gaan. Schijnbaar een goede ankerbaai verderop langs deze prachtige en afwisselende Zuidkant van Sardinië. Er zijn heel veel van dit soort mooie plekjes aan deze kant en we wilden er nog een paar meer zien. Teulada viel tegen. Mooie omgeving dat wel, ook weer zo'n historische Punische, of nog oudere uit de Nurragh tijd, toren. Maar de baai lag precies in het verlengde van een dal tussen de bergen en de wind kwam daar ongenadig hard doorheen zetten. Het was koud, de ankergrond was slecht met veel zeegras en we woeien gewoon van ons anker af. Om de hoek was nog een ankerplaats, vlak voor de ingang van Porto Nou en bij een druk bezocht strand. Dat Porto Teulada geen goed idee was, bleek uit het aantal boten dat daar lag. Het woei er minstens 10 knopen minder hard, de ankergrond was goed, het was er niet zo koud en we keken nog steeds naar die mooie oude wachttoren, maar nu van de andere kant.

De volgende dag gingen we met de rubberboot nog naar de kant, want er was blijkbaar een camping, gezien alle badgasten op het strand. En campings hebben doorgaans een camping winkel, waar ze brood, vlees, verse groeten en bier verkopen. De camping was fraai, goed georganiseerd en netjes, Heel anders dan het zigeunerdorp in Corallo. De tegenstelling op het water vs op de wal, was heel groot. Het was er om af te bidden zo heet, kurkdroog en overal stof. Gelukkig was het nog geen km lopen, want dat was eigenlijk al te veel. Maar, "the good news is": we hebben weer verse spullen en de koelkast aan boord is weer gevuld.

Wouter en Michiel