Delaware Bay en Chesapeake Bay

Op weg naar Norfolk, Va.

vr, 19 okt 07 18:32
18 oktober 2007 (donderdag)
 
We hadden de afgelopen dagen weinig mogelijkheden om zelf op het internet te komen. Dit bericht komt naar Nederland via de HF-radio en hopelijk kan Tjabien het dan op de website “posten”.
 
Momenteel varen we naar onze laatste havenplaats aan de Chesapeake Bay, Norfolk in Virginia. We gaan daar mogelijk twee dagen blijven. Enerzijds willen we de stad, met de grootste Marine basis van de USA, bekijken en anderzijds hebben we een klussen lijst die we willen afwerken, voordat we naar het Zuiden de ICW in gaan. We hebben de afgelopen week schitterend weer gehad. Jl. zondag staken we vanaf Annapolis de baai over naar de Hudson Creek, een zijtak van de Little Choptank River. Om daar te komen voeren we via Knapps Narrows, een gegraven kanaal door het Tilghman schiereiland. Onze Anchorage lag in een prachtige natuur, stil en heel rustig.
 
De temperatuur van het water is inmiddels dusdanig dat ik een zwempartijtje wel aandurfde en de volgende ochtend haalde ik, na een paar keer duiken, een hele bos nylon verpakkingsdraad uit de schroef. Ik vermoed dat het spul daar al sinds Nederland heeft gezeten, omdat ik merkte dat de schroef niet in alle opzichten deed wat hij zou moeten doen. Het probleem is nog niet helemaal over, want er zitten nog restanten tussen de bladen en de as, waardoor de bladen niet vanzelf in de vaanstand kunnen komen, maar dat regelen we straks in Ft. Lauderdale wel, als de boot daar uit het water gaat.
 
De volgende dag was er helemaal geen wind en we voeren op de motor naar Smith’s Island. Samen met Tangier vormen deze twee eilanden zo’n beetje het Urk en Schokland van de Chesapeake Bay. Er wonen voornamelijk vissers. De eilanden zijn niet of nauwelijks ontwikkeld en de bevolking is in hoge mate op zichzelf aangewezen. Smith’s Island was interessant, maar we kregen daar toch een probleem. Bij het binnenvaren, met hoog water, liepen we een paar maal aan de grond. We vonden een mooie steiger waar we aan vast konden maken, aan het dorp Ewell. Na een wandeling over het eiland, tijdens het dagsluiting-biertje gingen we toch maar even kijken wanneer we daar weer weg konden. Dat viel tegen, want dat zou op z’n best de volgende dag om 18.00 uur pas zijn, terwijl het om 18.30 uur donker wordt. Een lokale visser bevestigde dat de havenmond inderdaad aan het verzanden is en dat het nog erger is in de uitgang aan de Oostkant. We hebben het biertje maar even weggezet en zijn met de restanten van de hoge avondvloed er nog net op tijd uit kunnen komen. Het was heel rustig op zee en we vonden een ankerplaats op 3 kabels ten Noorden van het eiland achter de zandbanken, waarop duizenden vogels het einde van de dag met veel gesnater en gekrijs begeleidden.
 
Op woensdag staken we de baai weer over naar de West oever en zochten een plaats in een van de kreken in de omgeving van Deltaville. Deltaville is ook een centrum voor de watersport, met 10-tallen marina’s en werven. Ieder huis heeft zijn eigen dock met een eigen 40+ voets motorboot of zeilboot voor de deur. We vonden een plaats aan de steigers van de Fishing Bay Yacht Club, waar passanten, mits lid van een erkende watersport vereniging, een nacht gratis mogen liggen. De jachtclub in de Jackson Creek is schitterend, we lagen fantastisch, alle faciliteiten beschikbaar, maar we hebben niemand gezien. En het zag er toch uit als een zeer actieve club.
 
Omdat we aan het einde van deze week een paar fronten met onweer over ons heen gaan krijgen, willen we ons verblijf hier in de Chesapeake gaan beëindigen. Afgelopen nacht sliepen we in een diepe kreek die een zijtak vormt van de Poquoson River. De kreek heet Bennet Creek. Ook hier weer watersport bedrijven, steigers, marina’s en boten voor de deur, waar je ook kijkt. Wij voeren echter diep de kreek in, diep in het natuur gebied, en vonden water dat net diep genoeg was om te ankeren achter een klein eilandje in de kreek. ’s Avonds keken we naar een visser die met een klein bootje zijn krabbenvallen aan het inspecteren was en naar een ibis die, aan de oever in het riet, op zijn manier stond te vissen. Het was er prachtig. ’s Nachts nog een schaars licht van de afnemende maan en miljoenen sterren. Helaas ook veel muggen die onze nachtrust verpestten en we sliepen noodgedwongen, veel te warm, met de deur en alle luiken dicht.
 
 
De Chesapeake Bay is een ongeëvenaard mooi zeilgebied, maar na Labour Day (elk jaar op 4 september) is het seizoen hier over. Alles is dicht, je komt geen boot meer tegen, moorings zijn moeiteloos te krijgen, op de ankerplaatsen ben je doorgaans alleen en je hebt de bijna 200 mijl lange baai zo ongeveer voor jezelf. Wij hadden er geen spijt van dat we er in deze tijd van het jaar zijn geweest. Zo waar hadden we een paar minuten geleden ook nog vier dolfijnen rond de boot die ons begeleidden tijdens onze laatste mijlen in dit prachtige watersportgebied. We zien de marine werven van Norfolk inmiddels aan de horizon. We zullen eens proberen om wat spectaculaire foto’s te maken van een vliegdek moederschip, een kruiser en/of een stuk of wat nucleaire onderzeeboten. Eerst even nieuwe dieselolie in de tank stoppen en dan proberen af te meren aan het Waterfront, in de toeristische kermis van Norfolk.
 
Wordt, voorlopig nog wel even, vervolgd

Pas de Deux staat in ZILT magazine

zo, 14 okt 07 06:11

In het oktober nummer van ZILT magazine staat een heel mooi artikel over onze reis met de Pas de Deux. De redactie maakt een een mooie analyse van de verschillende trajecten die we aflegden tussen IJmuiden en New York. ZILT magazine is een gratis watersporttijdschrift dat wordt verspreidt via het internet. Als je het blad nog niet kent, ga dan gauw naar www.ziltmagazine.com  Op dat adres kun je ook het nummer met artikel over onze reis downloaden. Gauw doen. Overigens staat in datzelfde nummer ook een item over de succevolle thuisvaart ,na drie jaren, van de Vagebond. Dit is de boot van René en Helga Spit. Wij ontmoetten hen twee jaar geleden op Porto Santo en bleven in contact. De Pas de Deux vaart in Amerika en Canada, en straks hopelijk ook in de Bahamas en de Cariben, met een deel van hun boeken en almanakken, die we van hen konden overnemen.

Michiel

Annapolis, wereldhoofdstad van het zeilen

zo, 14 okt 07 06:00
14 oktober 2007
 
We liggen twee dagen in Annapolis en laten ons helemaal overgieten met het sop van de Amerikaanse watersport. Toen we hier gisteren aankwamen was de Annapolis Power Boat Show net begonnen. Voor de hoofdmoot, de Annapolis Boat Show, hadden we een week eerder hier moeten zijn. Maar ja, wij moesten zo nodig bij het Vrijheidsbeeld en onder de Verazanno Narrows bridge doorvaren, terwijl watersportend Amerika een paar dorpen verderop de kroegen bevolkt. Maar ach, ook op deze manier blijft het de moeite waard om hier de sfeer op te snuiven. In ieder kroeg hangt wel een gesigneerde foto of schilderij van een Sailing Celebrity. De hele stad ademt de zeilsport. Je weet gewoon niet waar je moet kijken. Vanmiddag wilden we naar Electronics Marine, Inc., om voor Robert naar een nieuwe GPS te kijken die hij op zijn COM poort 1 kan aan sluiten (technisch verhaal). Welnu, de winkel was dicht, maar vlak er naast was een kroeg waar we allerlei mensen in kennelijke sailing outfits naar binnen zagen gaan. We stonden op slag tussen de crème de la crème van de Annapolis wedstrijdzeilers. En voor zo ver ze er zelf niet waren, hingen ze aan de muur. En wat deden ze na de races van vandaag op de rede voor de stad……? Ze keken naar de rugbymatch tussen Engeland en Frankrijk!
 
Onze tocht hier naar toe was kleurrijk en veelzijdig. New York uitvaren onder zeil was natuurlijk iets heel bijzonders. Er was wind, later zelfs heel veel, en die draaide langzaam tot hoog aan de wind. De boot zeilde als een godmajoor, maar het wilde, niet erg opschieten. Motorzeilen om hoogte en snelheid te houden, totdat de wind 180º draaide en snel toenam tot 27-28 knopen. Voorbode van een diepe depressie, voorafgegaan door (jawel) onweer en zware windstoten. We gingen slapen in de beschutting van Cape Henlopen. Prachtige ankerplek, doodsaai, maar goed beschermd tegen het 2e onweer dat die nacht over ons heen trok. De volgende dag, woensdag de 11e oktober, recht tegen de wind en golven door de vaargeul, van de overigens zeer ondiepe, Delaware Bay naar het Chesapeake en Delaware Canal. Door de tegenwind, met aanvankelijk ook veel regen, leek het even of we het met het tij, dat hier furieus hard loopt, niet zouden halen. Maar, het weer verbeterde de wind nam af, en ruimde, waardoor we konden motorzeilen en een uur na het kenteren van het tij draaiden we het kanaal in, waar we hetzelfde tij meteen mee kregen. Ja, getijdenstromen lopen soms langs rare wegen, maar zo was het toevallig nu deze keer. We zoefden naar Chesapeake City. Daar was helemaal niets te beleven. We konden er zelfs geen inkopen doen, die we wel nodig hadden. Vroeger was er een florerende Marina, annex restaurant, annex dieselpomp, annex supermarkt, maar die waren 2½ jaar geleden failliet gegaan en de nieuwe eigenaar is nog steeds aan het verbouwen. Ook dat is de USA!    
 
We meerden af aan de gratis gemeentelijke steiger van de stad, naast een Canadese boot, waarvan de bemanning er niet was toen wij aan kwamen. Toen we aan het vast maken waren kwamen ze terug aan boord met de tekst dat ze het nogal “presumptuous” vonden dat we al hadden vast gemaakt zonder dat eerst aan hen te vragen. We hebben meteen weer los gemaakt, met de mededeling dat wij hun gezelschap verder niet op prijs stelden en vonden een prima ankerplek even verderop. Ook onder watersporters lopen er horken rond, al hadden we dat nu net van Canadezen niet verwacht. We zullen ze verderop nog wel eens tegen komen en dan iets creatiefs bedenken om het hun betaald te zetten.
 
Daags daarop naar de meest Noordelijke plaats aan de Chesapeake Bay, Havre de Grace. Daar was wel een supermarkt en de plaats aan de Susquhanna Rivier was prachtig. Helaas was het weer nog steeds erg matig. Dat werd veroorzaakt door een storm in de hogere luchtlagen die ontstond uit de depressie die we sinds woensdag al naar ons toe zagen komen. We hadden wat moeite, door de vlagerige wind, om een goede ankerplek te vinden, maar op advies van Skipper Bob (overgenomen van de Vagebond van René en Helga Spit) vonden we een perfecte plek vlak onder de oude vuurtoren.
 
We dachten dat de depressie wel zo langzamerhand voorbij was en hadden niet zo heel nauwkeurig meer naar het weer bericht gekeken. De wind stond immers voor Annapolis de goede kant op en het zou niet meer regenen. Dat er ook een waarschuwing was voor 30+ knopen wind, was ons even ontgaan. Het ging wel heel hard en op een gegeven moment voeren we nog alleen onder de kotterfok. Maar toen we Annapolis aanliepen stond alles (Yankee, Kotterfok en het ongereefde grootzeil) er weer op. Een aankomst in stijl, bijna drie uur sneller dan waar we mee gerekend hadden. Helaas niet zonder schade, want toen het even 35 knopen begon te waaien gingen er toch een paar dingen stuk. De wet van Murphy werkte weer in volle glorie. De impeller van de watermaker bleef aan een Crab fuik hangen en was verbogen en kapot. De vervanging door de windgenerator ging ook niet ongestoord omdat de beschermkap van de tandwielen er af brak. Hij bleef het wel doen, met interessante hoge opbrengsten in de harde wind.
 
Vandaag in Annapolis hebben we alles weer gerepareerd. We zaten maar een deel van de dag in de kroeg. Op advies van de plaatselijke Ship Chandlery (Fawcett’s, van harte aanbevolen) vonden we een 72 jaar oude lasser die op zaterdag voor ons de boel wel weer aan elkaar wilde zetten. We deden de was, gingen zelf onder de douche en kochten nieuwe schoenen en een horloge voor Robert. We deden de inkopen die we in Havre de Grace niet konden krijgen (o.a. lampolie) en we hadden het naar onze zin. Morgen gaan we weer verder. Waar precies naar toe, weten we nog niet, want ik moest eerst dit verhaal voor de website schrijven. Mooi hè!
 
Michiel en Robert

Onderweg naar Chesapeake Bay

za, 13 okt 07 06:21
9 oktober 2007
 
De tegenstelling kan bijna niet groter zijn. Het lawaai, de mensen, de snelheid van de grote stad, tegenover de stilte, de rust, de zee en de beslotenheid van onze eigen boot. Het was prachtig weer toen we New York verlieten. De uitzichten op de skyline, het vrijheidsbeeld, Empire state building waren weer spectaculair. We gingen nu, als bonus voor ons afscheid, ook nog onder de Verazanno Narrows brug door. Daarna weer lekker zeilen. Eerst halverwind, maar onze koers boog mee met de kust van New Jersey. Het werd hoog aan de wind, niet bezeild, tegen een ongemakkelijke stompzee op. We maakten slechte voortgang. Het maakte niet uit, want wij hebben immers geen haast. Het zeilen vannacht was prachtig. Sterren in overvloed. Later in de nacht Orion aan de Oostelijk hemel en Venus, de planeet, die je het eerst en het langst ziet, tussen al het andere fraais. Halverwege de nieuwe dag zakte de wind er helemaal uit, als voorbode voor de onweersbui die we in de middag, terwijl we recht voor Atlantic City lagen, op onze kop kregen. Gelukkig draaide de wind daarna naar het Oosten en konden we de zeilen weer volledig zetten, na haastig reefwerk om ons op het ergste voor te bereiden. Gelukkig bleven de steekvliegen ons grootste onheil en bleef echte narigheid ons bespaard. We liggen nu voor anker in Breakwater Harbour achter Cape Henlopen, De meest zuidelijke punt van de Delaware Bay. Morgen heel vroeg op en met het eerste tij de (saaie) Delaware Bay door en het Chesapeake & Delaware Canal. Aan de ander kant ervan begint de Chesapeake Bay. Tot dan!
 
Michiel en Robert