Aruba naar Panam

We verlaten Kuna Yala

di, 04 feb 14 01:19
21 januari 2014, Isla Grande en Isla Linton

Vandaag gaan we anker op van El Porvenir en verlaten we de San Blas eilanden in westelijke richting langs de kust van Panama. De kust is hier veel hoger en we varen ook veel dichter langs de bergen dan de dagen hiervoor. Door de aanlandige passaat wind die veel vocht vanuit zee meeneemt is het bewolkt likt het te zullen gaan regenen.  We varen halve wind en de boot komt in een lange deinende beweging, die slaperig maakt. Lida stuurt, Fred leest een boek en Mieke en Michiel liggen lekker in hun kooi. De slaap komt vanzelf. We worden wakker doordat de beweging van de boot opeens anders wordt. We draaien met de wind mee een smalle  fjord in, tussen de vaste wal en het Isla Grande vlak voor de kust. Iedereen komt aan dek, want het is verbazend mooi. “Het lijkt hier de Sognefjord wel!”. Beide oevers zijn hoog en er staan villa’s en resorts aan beide kanten. Een prachtige en op het oog inspirerende omgeving.

Eenmaal aan wal valt het tegen. Vergane glorie. Van wat ooit een vakantie lustoord voor toeristen is geweest, is niet vee lmeer over. Overal is verval. Het is er smerig.  Verspreidt ligt huisvuil en bouwafval. Huizen zijn half afgebouwd of missen een dak en ramen. Alles is dicht en er zijn nauwelijks mensen. Een paar kinderen spelen luidruchtig op het strand van het enige resort, dat ook verveloos is en dat duidelijk lijdt aan achterstallig onderhoud. We wilden, zo tegen het einde van het verblijf van Mieke en Michiel aan boord, eens mooi gaan eten op de wal met bijv. Reggae muziek. Maar we zien er van af. Je raakt hier aan de wal gedeprimeerd. In de enige bar die open is kunnen we wifi gebruiken voor $5 per uur per persoon. Ook daar zien we maar vanaf. Wat een tegenstelling en het zag er vanaf het water zo veelbelovend uit. Het is kennelijk niet overal vergelijkbaar met de hof van Eden.

Aan boord is het prima, we zwemmen, we douchen met water uit de watermaker en de mooie maaltijd komt er toch wel, gekookt door Mieke en Lida. Flesje wijn er bij en het leven is zo slecht nog niet, want het uitzicht bevalt nog steeds goed. Het wordt een onrustige nacht. Er komt ‘s nacht swell van de oceaan, vlak voor deur, de fjord binnen. We slingeren in onze kooien en het water in de nog maar half gevulde watertanks klotst en bonkt onderin.

We gaan de volgende ochtend vroeg anker op. Iets verder op ligt het eiland Linton en daar zien we ook een mooie ankerplaats, die veel beter beschut blijkt te zijn. De pilot meldt dat er een grote kolonie apen op Linton leeft. Dit is kennelijk een gewilde plaats om je boot voor langere tijd te parkeren. Er zijn hier veel schepen op vaste moorings. Die hebben daardoor een veel kleinere draaicirkel dan wij op onze ankerketting waarvan we 50 m buiten hebben liggen. We blijven hier niet lang en dat de wind draait is onwaarschijnlijk bij de huidige stabiele weersomstandigheden. Fred en Lida gaan aapjes kijken met de dinghy, maar ze zien geen aapjes. Wel is het hier ook weer een prachtige omgeving. We drinken koffie en eten broodjes voor de lunch, die we een dag eerder, in het enige winkeltje dat open was op Isla Grande, hebben kunnen kopen. Bovendien heeft Lida vers brood in de oven gemaakt en dat is een traktatie.

Rond het middaguur anker weer op. We willen naar Portobello waar meerdere malen per dag een bus vertrekt waarmee Mieke en Michiel naar Panama City kunnen. We varen halve wind verder langs de kust. Het landschap is anders. Er zijn nog wel riffen in zee,maar de eilanden zijn hoog en de swell van de passaat op open zee gaat door tot op de kust. Halverwege Linton en de baai van Portobello is nog een soort lagune achter de riffen voor de kust. Tussen de bosschages en achter de palmen ligt een goed beschermde open plek, Panamarina geheten, die een jachthaven lijkt te zijn, maar het is meer een goed georganiseerde verzameling van moorings waaraan je voor en achter kunt afmeren en je veilig en beschut je schip kunt achterlaten. Het geheel wordt geëxploiteerd door Fransen. Veel schepen liggen hier kennelijk voor langere tijd door hun eigenaren geparkeerd. We gaan er kijken, want zo iets is interessant.

De aanloop is uitdagend. Swell tot aan het rif. Brekers aan BB en aan SB en een smalle opening in het rif met piepkleine rode en groene boeitjes (Rood aan SB en Groen aan BB. Precies andersom dan in Europa), die je pas vanaf ca. 200 m verkent. Achter het rif is het rustig. Je vaart hier op het oog tussen de riffen door, die bij daglicht duidelijk te herkennen zijn. We zien de boot van een Belg, die we in Cartagena hebben ontmoet, liggen, maar hij is kennelijk niet aan boord, want op onze aanroep volgt geen reactie.

We varen de omgekeerde weg terug en we zeilen de laatste mijlen naar de baai van Portobello kruisend naar binnen. Het gaat nu werkelijk regenen. Ondanks het druilerige weer, zien we weer een schitterend mooie baai voor ons. Columbus ontdekte deze baai tijdens zijn laatste reis in 1502 en noemde hem Portobello, mooie haven. Deze baai werd aan het begin van de 16e eeuw het belangrijkste centrum voor de verscheping en verhandeling van de 1000-en tonnen aan goud en zilver die de Spanjaarden uit Zuid-Amerika roofden. De fortificaties rond de baai en voor het plaatsje, om de aanvallen, van voornamelijk piraten en privateers af te weren, zijn er nog steeds. Zowel Sir Francis Drake als Henry Morgan plunderden Portobello en pakten zo hun deel van de roofbuit van de Spaanse overheersers.

Het plaatsje Portobello is wat slaperig ondanks dat er toch veel te zien is. De oude pakhuizen en kerken zijn er nog steeds en zijn de moeite van het bekijken waard. Zeker als je daarbij bedenkt wat hier vroeger allemaal gebeurd moet zijn. Michiel en Mieke hebben na aankomst hun eigen opdrachten. Eerst willen we uitvinden hoe we morgen in de loop van de dag met de bus naar Panama City kunnen komen.  Met enige moeite vinden we in een van de oude pakhuizen een Tourist Information Desk. Met een alleraardigste mevrouw die ons begrijpt, maar geen Engels spreekt. Met het halve woordje Spaans van Mieke en bijgestaan door enige geïnteresseerde omstanders, komen we er uit. De bus vertrekt morgen om 09:10 uur naar Colon en daar stappen we over in de expres bus naar Panama City. Kaartje kopen in de bus, appeltje, eitje en wij zijn opgelucht. Volgende taakje is het vinden van een restaurant waar we Fred en Lida een waardig dankjewel eten kunnen aanbieden en waar we met plastic kunnen betalen, want onze US$$ raken op. Geen probleem, een van de omstanders brengt ons eerst naar de ATM, die, zoals gebruikelijk, stuk is en vervolgens naar een prima restaurant aan het water met een eigen kade voor de dinghy en een afdak boven het terras. Het blijft af en toe regenen, maar de temperatuur is nog steeds zeer aangenaam. We kunnen hier met plastic betalen, maar ze gaan om half negen dicht. Geen probleem. We reserveren om 18:00 uur voor vier personen. Ze blijken een keuze te hebben uit meerdere gerechten, waarvan we de meeste niet kennen, maar dat zal wel goed komen. Ondertussen vinden we in de bar van Jack boven het plaatsje een werkend wifi modem en we kunnen na vier dagen onze mails ophalen en de website voorzien van nieuwe postings en foto’s van de laatste vijf dagen.

De avond is feestelijk met veel lieve dankjewels aan Fred en Lida voor de fantastische tijd die we aan boord van de Samantha met elkaar hebben gehad. De ervaringen waren onvergetelijk. De stemming aan boord was heel erg goed. In totaal was het een ervaring waarvoor we niet alleen dankbaar zijn, maar die we ook niet snel zullen vergeten.

De Samantha vaart verder naar het Noorden langs Costa Rica, Nicaragua, Honduras en Belize naar Mexico. Voor Mieke en Michiel morgen een heel ander avontuur. Met de bus naar Panama City.


 

 

Soms zit het mee, en soms zit het tegen

do, 23 jan 14 10:30
El Porvenir, 20 januari 2014

We liggen voor anker vlak naast het begin va de landingsbaan van het
belangrijkste vliegveld(je) van Kuna Yala, El Porvenir, net ten Oosten van
Punta San Blas. Van hier wilden Mieke en Michiel op 23/01 naar Panama City
terug vliegen, maar dat gaat niet door. Want niet alles zit altijd mee.

De omstandigheden aan het begin van de dag zitten mee. Nog enige ochtend
nevel boven de bergen op het vaste land, maar boven zee is het helder en
de wind in geruimd naar het NO. Prachtig zeilweer. Anker op. Afscheid van
de beeldschone Coco Banderos Cays. We varen langs nog meer van dit soort
tropische prentbriefkaarten. We passeren de Hollandes Cays aan stuurboord
en de Lemon Cays aan bakboord. Hoe verder we naar het Westen komen, hoe
drukker het wordt. Bij Dog Island tellen we 12 schepen voor anker. Velen
varen met de World ARC vlag in het want. Deze 2014 – 2015 Yacht Rally rond
de wereld, met ruim 40 deelnemende jachten, is in november jl. in Las
Palmas gestart en zal eind januari door het Panama kanaal varen.

Ondertussen hebben we ook een tegenvaller. Er komt geen water meer uit de
watermaker. Het voorfilter is ernstig vervuild en alleen het plaatsen van
een nieuw, schoon, filter is niet genoeg om de WM weer aan de gang te
krijgen. Er is waarschijnlijk ook vuil in het mechaniek gekomen.

We moeten ook nog inklaren, zowel in Panama, als in Kuna Yala. De
autoriteiten hebben een kantoor op El Porvenir, dus zouden twee vliegen in
één klap moeten worden. Inklaren en vliegtickets voor Mieke en Michiel
voor de 23e. We dachten in een uurtje weer op weg te kunnen zijn, maar dat
valt tegen. Het inklaren is zeer tijdrovend en de ambtenaren doen ook een
forse greep in de voorraad contant geld aan boord. Je kunt in Kuna Yala
nergens, dus ook echt nergens, met een creditcard of een pinpas betalen.
Alles moet cash in US$. Mieke en Michiel gaan proberen om een airline
office te vinden. Dat is er niet, maar we kunnen ons wel laten registreren
bij het restaurant langs de landingsbaan. Dat lijkt goed te gaan, maar de
man spreekt alleen Spaans en wil onze paspoorten zien. Dus terug aan boord
om die op te halen. Als we een kwartiertje later terug komen loopt de man
die we moeten hebben net weg en gezien zijn wegwerp gebaar komt hij niet
voor ons terug. Van de vrouw van het hotel begrijpen we dat hij “a la
playa is” en om 5 uur terug komt en misschien om 4 uur (het is dan 2 uur
in de middag). Maar hij heeft mondeling bij ons de schijn gewekt dat het
kan op de 23e, dus we blijven gewoon zitten. Fred is nog steeds aan het
inklaren en vervolgt daarna de strijd met de watermaker. Op een gegeven
moment is de man weer terug, maar maakt zich alleen druk over de voorraden
mantequilla (boter) en mayonaisa voor zijn hotel/restaurant (i.e. een
patio met stoelen en tafels en een paar kamertjes met alleen bedden).
Ondertussen heeft de vrouw de airline aan de telefoon en geeft haar
telefoon aan Michiel door. Die moet het kennelijk zelf maar regelen. De
andere kant spreekt onverstaanbaar Spaans en dat helpt niet. Twee jonge
Zwitserse vrouwen die zowel goed Engels als Spaans spreken helpen ons en
geven onze namen en paspoortgegevens voor de vlucht op de 23e door. Zou
het dan toch nog goed komen? Mis poes! Dezelfde Spaanstalige,
onverstaanbare, vrouw belt 5 minuten later terug. Vlug weer naar de
Zwitserse meisjes. De eerste mogelijkheid voor ons om van El Porvenir te
vliegen is pas op 27 januari. Dat is balen. We zullen een alternatieve
oplossing moeten vinden voor onze transfer naar Panama city.

Ondertussen schiet Fred ook niet op met de WM. Er komen teksten dat het
apparaat maar terug moet naar Nederland en dat de volgende opstapper maar
een nieuwe moet mee nemen als handbagage,etc.

Niet helemaal toevallig heeft Michiel precies dezelfde watermaker en hij
is al een paar jaar geleden afgestudeerd op watermaker problemen. Michiel
en Fred duiken samen onderin de boot en beginnen  daar een creatieve
herstel-de-watermaker-sessie. Na anderhalf uur slagen we er in om het vuil
uit de watermaker te verwijderen zonder het apparaat uit elkaar te halen.
Hij maakt zijn slagen weer als voorheen en er komt prima water uit.
Ondertussen hebben Mieke en en Lida een heerlijke nasi maaltijd met ham,
kip en saté gemaakt. Er is veel koud bier en ook rode wijn. De watermaker
doet het nog steeds. We kunnen weer douchen en zo eindigde deze (heel
bijzondere) dag in opperbeste stemming. Morgen plannen maken zodat Mieke
en Michiel op de 23e vroeg in de ochtend met de bus naar Panama city
kunnen rijden vanaf PortoBello, ruim 50 mijl verderop. Dat moet niet al te
moeilijk zijn.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

Kunu Yala, Mamiputu, Snug Harbour & Coco Bandero Cays

do, 23 jan 14 10:29
Coco Bandero Cays, 19 januari 2014

Als we vanochtend wakker worden is Snug Harbour nog steeds even idyllisch
als gisteren. Zwemmen, thee drinken, ontbijten en ons vooral niet haasten.
Er komen enige Ulu's voorbij met Kuna. De eerste vraagt ons om het
ankergeld van $10 te betalen. Dat is weliswaar 2 x het standaard tarief,
maar we krijgen keurig een anker briefje (dat Fred zelf moet invullen) en
we laten het maar zo. Fred staat de volgende Ulu met twee mannelijke Kuna
er in te woord. Hij stuurt ze meteen weer weg, want volgens hem kwamen ze
“cannabis!” aan bieden. Helaas heeft Fred ze niet helemaal goed verstaan,
want ze kwamen de “garbage!” ophalen. En die hadden we wel kwijt gewild,
want er liggen vier volle zakken in het achteronder!

Coco Banderos Cays:
“..... a group of extremely scenic islands, situated behind a four mile
long protective outer reef barrier. The unhabited islands may be the most
beautiful in all of San Blas with their white sand beaches, towering palm
trees and Crystal clean waters.”


En dat is precies waar we nu liggen. Bovenstaande quote uit de “Panama
Cruising Guide” van Eric Bauhaus zegt genoeg. Vergeet niet om ook naar de
foto's in het album op deze website te kijken.

Snug Harbour, 18 januari 2014

We liggen voor anker in een opening tussen twee onbewoonde eilanden,
achter een rif, volkomen beschermd voor de swell van de passaat op het
open water, maar wel lekker in de verkoelende wind. Het ziet er hier uit
zoals het paradijs voor velen in hun dromen zou kunnen zijn. Het water is
kraak helder en de volle maan geeft ons in de nacht een idee van de
omgeving in silhouetten en schaduwen om ons heen.

Los van dit alles liggen we nu op een plaats op de aarde, waar we de Grote
Beer, Orion en het Zuiderkruis tegelijkertijd in de hemel boven ons kunnen
onderscheiden. Voor de Samantha is dit niet de meest zuidelijke plaats
waar de boot ooit was, maar wel bijna. De Suriname Rivier was net een
breedte graad zuidelijker. Voor ons allemaal is het wel de meest
Westelijke plaats waar we ooit met een boot zijn geweest.

Vandaag, met onze zeiltocht hierheen, was weer een prachtige dag.
Windkracht vier, niet helemaal op de neus, zodat we weer lange slagen over
SB en enige korte hoogte slagen over BB konden maken. I.v.m. het vele
manoeuvreren tussen eilandjes en riffen, bleef het grootzeil de hele dag
op de giek en zeilden we met een gemiddelde SOG van 6+ knopen naar Snug
Harbour op alleen de genua. Er wonen hier geen mensen, zelfs geen Kuna
indianen. Toch heeft deze plaats een historie. De naam aan dit beschermde
plekje tussen de riffen van de San Blas archipel, herinnert aan de Britse
schoeners die hier kokosnoten kwamen laden.

Vanavond geen winkels, geen wandelingen op een eiland, maar wel een mooi
avondmaal, dat Lida en Mieke wisten te bereiden uit de ingrediënten uit
Cartagena en van de eilanden hiervoor. Voor morgen ochtend hebben we nog
vers brood van Mamiputu. Wij komen de tijd wel door. De wind waait mooi
verkoelend. Het is niet zo warm.  Het water is blauw en 27+ graden
Celcius. We hebben al twee dagen geen internet en geen telefoon
verbindingen meer. Ons verhaal wordt desalniettemin vervolgd. Z.s.m.
Groeten uit Kuna Yala van:

Kunu Yala, Mamiputu 17 januari 2014


Voor ons vertrek uit Ustupu, de grootste nederzetting op de Zuid
Oostelijke San Blas eilanden, maakten we eerst een lange wandeling door
het dorp. De bevolking is vriendelijk, nieuwsgierig en sprak ons steeds
opnieuw weer aan, met waar we vandaan kwamen, wat onze namen zijn, enz.
Dit dorp is heel anders dan het vorige. De huizen (hutten) staan verder
van elkaar en er zijn zelfs een paar stenen gebouwen met een verdieping er
op. Waterlopen doorkruisen het dorp op veel plaatsen. De vergelijking met
Giethoorn en Venetië gaat niet geheel op, maar het lijkt er wel op. De
meeste hutten hebben hun ulu's (kano's van uitgeholde boomstammen) voor de
deur liggen en er wordt in de watertjes tussen de huizen met lange takken
als vaarbomen gewerkt, “punteren” zou je kunnen zeggen, maar we weten niet
wat het woord voor punteren in het dulegaya, de lokale taal, is.

Er is opvallend veel jeugd in het dorp. Later leren we dat het
vakantietijd is en dat de scholen dicht zijn. In Ustupu is een heel grote
school, die inderdaad leeg is. Aan het einde van de ochtend vertrekken we,
nadat we eerst nog van een lokale boer voor US$3 een enorme papaja hebben
gekocht.

Ondanks dat we tegenwind hebben zeilen we de hele weg naar onze volgende
bestemming, het eiland Mamiputu. We kruisen tussen de riffen en de vaste
wal met steeds een lange slag over bakboord en een korte slag over
stuurboord om de volgende opening in het doolhof van riffen en eilandjes
te kunnen passeren. De boot loopt als een trein en ruim voor vieren, de
zon staat nog hoog genoeg om het verschil in kleur van het water te zien,
liggen we voor anker in de luwte van het dicht bevolkte eilandje. Er wonen
1200 mensen op Mamiputu, dat ongeveer dezelfde oppervlakte heeft als het
eiland Pampus in het IJsselmeer.  De huizen staan hier zo dicht op elkaar
dat je door   sommige “straatjes” alleen maar zijdelings kunt lopen. Om
een aantal huizen heen staat een omheining die een soort compound vormt.
Kennelijk zijn dit families die hun huizen bijeen gebouwd hebben en zo een
zekere privacy creëren. Het is hier ook veel lastiger om een steelse blik
naar binnen te werpen, om zo een glimp van het interieur op te vangen.

Aan het einde van de wandeling probeert een kleine jongen mijn aandacht te
trekken en wijst op mijn camera. Hij wil kennelijk dat ik een foto van hem
maak. We proberen te vermijden om mensen individueel te fotograferen,
omdat we het gevoel hebben dat het niet op prijs wordt gesteld (in de
reisgids staat dat je dat niet moet doen, anders dan met expliciet gegeven
toestemming). Het  jongetje houdt vol en en wil de foto daarna op het
scherm van de camera zien. Hij gaat compleet uit zijn dak van vreugde,
haalt zijn broertjes en zusjes er bij en danst van vreugde. Een ouder
meisje troont ons mee naar de “mama”, die gereserveerd maar wel
goedkeurend knikt. Ze laat ons twee Nuchu's (kleine beeldjes van balsa
hout)  zien en vraagt of we die willen kopen. Lida vraagt haar of ze ook
Molas (geappliceerde indiaanse doeken) heeft. Die heeft ze zeker, maar die
zijn allemaal al verwerkt in vrouwen blouses en we willen losse Molas.
Lida koopt een Nuchu voor $5 en sindsdien hebben we vrienden op Mamiputu.

Morgen verder, naar het volgende feestje in de San Blas archipel van Kuna
Yala. Het is hier zo onvoorstelbaar mooi en leuk. De eilanden met hun
witte stranden, groene palmen en azuurblauw water, doen je haast denken
dat je in de Pacific bent, maar we zijn “gewoon” in de Caraïbische Zee aan
de Atlantische kant.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

Kuna Yala

vr, 17 jan 14 11:26
Ustupu, 16 januari 2014

Het is avond en we liggen voor anker in de luwte van het eilandje Ustupu
in de San Blas archipel. De San Blas eilanden vormen een bestuurseenheid,
met een status aparte, binnen het land Panama. De naam is Kuna Yala. Het
grondgebied omvat de gehele kust vanaf de grens met Colombia tot pakweg
100 km voor Colòn, waar het Panama kanaal in de Caraïbische Zee uitkomt,
inclusief de 100-en eilanden, eilandjes en riffen voor die kust. Kuna Yala
wordt bevolkt door de Kuna Yala indianen, een etnisch bevolkingsgroep in
Midden Amerika. De status aparte is een verworven recht van deze
bevolkingsgroep dat door alle landen in Zuid en Midden Amerika wordt
gerespecteerd.

Gisteren aan het einde van de ochtend vertrokken we uit Cartagena. Eerst
kregen we nog bezoek van Willemijn Eppenga, een volle nicht van Lida. Zij
kwam hier aan voor een rugzak tour door Colombia en Ecuador van 2 maanden.
Haar eerste nacht in Colombia sliep zij aan boord van Samantha, wat zowel
voor haar zelf als voor Lida een erg leuke omstandigheid was. Van
Cartagena voeren we 160 zeemijlen non-stop naar Isla Pinos (Tupbak in Kuna
Yala taal). Dat deden we in 22 uur. Kortom een snelle, comfortabele en ook
mooie zeiltocht. Het ging van een leien dakje. Iedereen goed geslapen en
gegeten. Niemand vergeten om de eerst dosis van de Malaria Profylaxe in te
nemen. Ondertussen was het weer wel enigszins veranderd. Het woei 4 à 5
bft uit het NW. We lagen weliswaar goed beschermd achter de riffen, maar
wel in de volle wind en we besloten om hier niet de nacht door te brengen.
Maar ons eerste Kuna Yala eiland konden we niet zonder voet aan wal te
zetten weer verlaten. We dwaalden door het indianen dorp en verbaasden ons
over de totaal andere vorm van samenleving dan wij in West Europa gewend
zijn. We gaan nog veel meer van Kuna Yala zien, dus aten de foto's in het
album op deze website maar het verhaal doen. Plaatjes zeggen immers meer
dan 1000 woorden. Ten minste als het lukt om die plaatjes op de site te
krijgen (nu of later).

Om 1400 gingen we anker op. Recht tegen de wind in gekruist tussen de
riffen door (spannend!) naar het Kuna Yala dorp Ustupu op het gelijknamige
eiland. Voor de grap gingen we kijken of er vanaf on ankerplaats, tussen
de rieten hutten/huisjes een internet signaal te vinden zou zijn. Mobiele
telefoons werken hier, tegen de verwachting in, niet, maar internet is
hier, nog meer tegen de verwachting in, wel beschikbaar. Kuna Yala is een
bijzonder land, dat weten we nu al. We gaan hier vast nog veel meer
beleven. Morgen eerst hier aan wal. Als er een internet verbinding is dan
laten we jullie meteen delen in ons verhaal, maar anders komt dat
misschien na een beetje geduld.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

Slieren door Cartagena

do, 16 jan 14 13:14
Gisteren werd een dag waarin we op verschillende manieren de stad verder
verkend hebben. Alhoewel het stratenplan van de oude stad heel logisch
lijkt met alle straten haaks op elkaar en met pleinen, parken en
Basilieken op de kruispunten, kom je gevoelsmatig toch steeds weer in een
andere wijk of straat, waar je nog niet eerder was. Kortom je raakt in
Cartagena niet gauw uitgekeken. Rond het middag uur kwamen we terecht in
de lunchtuin van een van de 5 sterren hotels van Cartagena, Bohemia Cocina
en Evolucion. Een schitterende omgeving, waar je zit te lunchen onder de
palmbomen die uit de vloer van de patio groeien, in een ruimte die wordt
omgeven door oude muren. Je kunt slechts raden welke geschiedenis hier
werd geschreven. Een ervaring die lang in ons geheugen zal blijven hangen.

Na de lunch de oude stad uit gewandeld naar de zeer drukke wijk La Matuna,
die meer aan Istanboel doet denken, dan aan Latijns Amerika. De
overeenkomsten met de Grote Bazaar zijn   talrijk. Vele honderden kleine
winkels, stalletjes, snuisterijen, levensmiddelen, groente en fruit,
bloemen (zowel echte als van plastic). Heel veel mensen, die kopen en
verkopen, en alles met luide stem en op de achtergrond luide muziek van
alle tijden, die uit honderden elektrische apparaten met speakers schalt.
WE steken de brede Avenida Venezuela over en lopen de rust van het Parque
Centanario is, met in het midden een enorme zuil met een reuze, gemeen
kijkende, adelaar op de top.

Aan de andere kant van het park begint de wijk Getsemani. Bij toeristen
bekend als het back packers paradise. Vele hostels en back packers hotels,
maar ook de overdekte markt Getsemani. Een enorm stervormig gebouw van
twee verdiepingen, dat helemaal is ingedeeld in kleine ruimtes langs de
gangen die er doorheen lopen. Op het oog lijkt het op een centrale markt,
zoals je ze veel in Zuid Europa ziet. Maar hier zijn het voornamelijk
kappers, reparateurs van mobiele telefoons, verkopers van nieuwe en
2ehandse elektronische spullen, afgewisseld met kramen/winkels voor
limonade en snoep en zo nog enige honderden andere artikelen, maar geen
levensmiddelen.

Aan de Zuidkant van Getsemani, bij de brug over de Laguna de San Lorenzo
ligt een oude fortificatie. Een vroegere voorpost van het achter de lagune
gelegen gigantische fort van Cartagena. Die samen de verdedigingswerken
van de haven vormden. Bovenop het oude fort, zien we parasollen. Eenmaal
boven vinden we een schitterende loungebar, met lange banken met zachte
kussen en luie lage stoelen en …. met koud bier.

Als de zon eenmaal onder is lopen we weer door de oude stad, waar we
overspoeld worden door het nachtleven van Cartagena. Muziek op de
terrassen, artiesten in de straat, handelaren is goedbedoelde parafernalia
en toeristische memento's. Ook een prima, nota bene, Italiaans restaurant,
waar we op de 1e verdieping onze deugden en zonden van deze mooie dag
kunnen overwegen met een voedzame maaltijd en een goed glas wijn.

Vandaag wordt de boot helemaal klaar gemaakt om morgen te kunnen
vertrekken naar de San Blas archipel (Kuna Yala). Fred jaagt al de hele op
de vertrekvergunning, zarpe genaamd. We halen dieselolie met de dinghy bij
een tankstation, Mieke en Lida keren terug bij de Club Nautico met een
kruiwagen vol met nieuwe voorraden, die we maar met moeite in de dinghy
kunnen stouwen om alles aan boord te brengen. Aan voorraden zal het ons
niet ontbreken. Aan internet verbinding zullen we in de komende dagen
waarschijnlijk wel een gebrek hebben. Deze posting kan hopelijk zo meteen
nog verzonden worden. Onze volgende posting duurt  misschien een paar
dagen. Mogelijk zelfs pas als we Kuna Yala weer uit uit zijn. Onze
telefoons blijven het waarschijnlijk wel doen. Wordt vervolgd, maar we
weten alleen niet wanneer.

Als het straks lukt staan er ook nog een paar nieuwe foto's van de dag van
gisteren in het foto album.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

onze ankerplaats in de baai van Cartagena

wo, 15 jan 14 00:13
11 januari 2014

Daar liggen we dan. Echt waar!



Mieke, Lida, Fred en Michiel

Cultuur stad Cartagena

ma, 13 jan 14 19:07

Cartagena op zondag 12 januari 2014


Deze dag werd onze toeristische dag in Cartagena. De sfeer van de stad kregen we al binnen bij onze aankomst in de prachtige baai waar deze zeer oude stad aan ligt. Enerzijds is er de Oude stad (Vieja Ciudad), prachtige gerestaureerd en no steeds volledig ommuurd, zoals de Spanjaarden na de plundering door Sin Francis Drake de stad beschermd hebben tegen vijandelijke acties. Anderzijds is er de wijk Boca Grande gelegen met het strand aan drie zijden, van ver af herkenbaar aan de hoge (tot 40 verdiepingen hoog) woontorens. Cartagena is vol leven. Het is een vakantie stad in optima forma, maar tegelijkertijd is de rijke historie overal aanwezig.


Voor de grote hitte met de dinghy naar het dock van de Club Nautico (CNC). Daar staan permanent taxis te wachten om je voor 5 à 6.000 COP$ naar de poort van de oude stad te brengen. Het ritje van 5 minuten langs de baai is al boeiend. We wandelden en paar uur door de oude stad n keken onze ogen uit. Vervolgens lieten we ons overhalen om in een open dubbeldeks autobus een toeristische route t rijden. Op zich wel aardig, maar erg standaard en bovendien duur. We hadden beter met z'n vieren een taxi kunnen nemen. Lekker airconditioned en de taxi chauffeurs weten net zo veel, zo niet meer (als ze al Engels spreken?). Bij het Hilton Hotel op de uiterste punt van Boca Grande sprongen we van de bus en dwaalden door het lux resort van het hotel. Lunch in een eenvoudige Hamburgeresia is een kleine belevenis op zich. Daarna verder per bus en verkoeling zoeken in het Hard Rock Café met ai conditioning midden in de oude stad. Verder lopend door de oude stad komen we langs het Teatro Adolfo Mejía , waar die avond, als afsluiting van het Muziek Festival vn Cartagena een Opera wordt uitgevoerd. Soms moet je het geluk aan je kant houden want Lida zag kans om vier van de laatste, nog niet verkochte, kaartjes te bemachtigen. Het stuk dat we gaan zin is de Ópera en dos actos La Cenicienta van Gioacchino Rossini (1792 - 1868) , oftewel het gezongen sprookje van Assepoester!


Het werd een onvergetelijke avond. We gingen snel nog even aan boord om lange broeken en overhemden aan te trekken. Daarna konden we genieten van een schitterend zangspel, waarvan we de Italiaanse woorden niet konden verstaan en de meelopende ondertiteling in het Spaans niet konden lezen. Maar het sprookje kenden we natuurlijk allemaal (ook al was het een noga vrije interpretatie ervan, zonder glazen schoentje en ook geen pompoen die in koets veranderd). De hoofdrollen waren voor DANIELA PINI, mezzosoprano als Angeline (Assepoester) en JAVIER CAMARENA, tenor als Don Ramiro (de Prins). Pas tijdens het langdurige applaus ontdekten we dat het orkest voor het overgrote deel uit zeer jonge musici bestond. De fagot was hoger dan het meisje at het instrument bespeelde en ook een aantal jongens sleepten hun, voor hen grote, instrumenten het toneel op. Het publiek juichte. En terecht. We wandelden terug naar ht Hard Rock café, aar we uitstekende fles rode Merlot ons geluk completeerde. De avond werd afgerond met een Colombiaans biertje op het plein van de oude stad onder luide Salsa muziek.


Terug aan boord was er veel van deze dag om op terug te kunnen blikken.


Mieke, Lida, Fred en Michiel

Mieke is Jarig

ma, 13 jan 14 10:12
Carthagena, Zaterdag 11 januari 2014

De kajuit hangt vanochtend vol met vlaggen, want Mieke is jarig. De deur
van haar hut blijft echter dicht, want haar hese stem van de afgelopen
dagen ontwikkelde zich tot een heuse verkoudheid ze voelt zich niet
lekker, zo horen we van achter haar dichte deur. Na een luidkeels gezongen
“Lang zal ze leven”, gaat haar deur toch open en komt, ze verkouden en
wel, maar toch glunderend, aan dek. Veel zoute zeelucht snuiven is het
devies. Om half acht na een snel ontbijt in de kuip, gaat het anker weer
op en zijn we snel onderweg. Het scheelt wel als je niet uit een haven
komt. Geen stootkussen en trossen om te stuwen, alleen anker weg en zeil
omhoog en hup daar gaan we weer. De zee is hier niet diep wat ons voor
deze dag weer een ruwe tot soms zeer ruwe zee oplevert. We mogen echter
niet klagen, want we waren hier van te voren van verschillende kanten voor
gewaarschuwd en we waren er dus op voorbereid. Ca. 20 mijl ten N van de
ingang van de baai van Carthagena lig nog een rif dat bijn a10 mijl in zee
steekt en waar we omheen moeten. De zee blijft steil en hoog, maar een
maal voorbij het rif kunnen we gijpen en hoeven we niet meer plat voor de
wind te varen. Dat maakt het leven aan dek bepaald aangenamer, totdat de
wind weer met de kust mee gaat waaien en we toch nog twee keer moeten
gijpen. Lida roept de Port Control van Carthagena op en krijgt te horen
dat er in de eerste toegang tot de baai minimaal 4 meter water staat. Dat
is voor Samantha genoeg en het scheelt een omweg, via de ingang voor de
grote scheepvaart in het Zuiden, van ca. 10 mijl. We zeilen tussen de hoge
moderne flatgebouwen, die langs de oevers van de baai staan, door helemaal
naar de ankerplaats aan het einde in het Noorden van de baai. WE moeten er
zelfs tegen de wind in kruisen. Eenmaal daar, gaan de zeilen weg en varen
we op de motor door tot vlak voor de muren van de oude stad. Daarna even
zoeken voor een goede ankerplaats tussen de tientallen andere jachten van
veel verschillende nationaliteiten. Er ligt ook een catamaran met een
Nederlandse vlag, de Tara. Fred gaat met de dinghy met hen kennismaken.
Dat leidt er toe dat Frieda en Erno Straatman uit Maasbommel, de
uitnodiging aanvaarden om bij ons een drankje te komen drinken. Dat wordt
leuk, want we eten ook met elkaar in de kuip van de Samantha. Ook vanavond
blijkt weer dat de wereld toch een dorp is. Mieke en de Straat mannen
hebben allebei een historie in Nijmegen. We kennen een heleboel mensen die
we ieder voor ons ergens op de wereld onderweg zijn tegengekomen. Zo werd
ook dit weer een gedenkwaardige avond die nog langs zal blijven na
sudderen. Mieke kon zich geen betere verjaardag wensen.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

De foto's van deze bijzondere dag staan op deze website in het foto album "Aruba - Panama"

Langs de kust van Colombia

ma, 13 jan 14 10:12
Puerto Velero, Vrijdag 10 januari 2014

Vanochtend om 07:00 waren we bij het eerste daglicht onderweg naar onze
nieuwe bestemming naar het Zuiden. We gaan niet in één keer de 100+ mijlen
naar Carthagena zeilen. Zowel de grib files, als de Windfinder en Windguru
websites, hebben ons een matige NO wind voorspelt, met in de middag vlagen
tot max. 27 knopen. Er klopt helemaal niets van. Een uur na ons vertrek
hebben we al vlagen tot 35 knopen wind en en een nare hoge korte rollende
zee recht van achteren. Met twee reven en een half weggerold voorzeil,
gaat het prima en onze snelheid over de grond is regelmatig >9 knopen.

Ongeveer halverwege is een baai achter een natuurlijke zandbank, die ons
een goede bescherming geeft tegen de swell van de Mexicaanse Golf. De
zandbank in de vorm van een grote kromme vinger, is laag en geeft ons maar
weinig bescherming tegen de wind. Om 15:00 uur valt het anker, dat goed
houdt in de bodem van dikke modder. Er wordt hier een nieuwe jachthaven,
annex resort, gebouwd, die nog niet klaar is. Het is de enige beschutting
op deze kust tussen Santa Marta en Carthagena, behalve de riviermonding
bij Baranquilla, maar die plaats is niet geschikt voor jachten.

We vinden een veilige ankerplaats kort onder de hoge wal, waar we prompt
bezoek krijgen van de kustwacht, die hier een station hebben, waar ze
kennelijk niets te doen hebben. De mannen zijn vriendelijk en beleefd. De
commandant trekt zelfs zijn schoenen uit als hij over onze reling stapt en
vraagt daarna toestemming om zijn zwemvest uit te mogen trekken. Hij heeft
kennelijk opdracht om ons schip te visiteren. Hij fotografeert met zijn
mobiele telefoon niet alleen onze paspoorten maar ook het hele interieur
van de Samantha. Daarmee kan hij bewijzen hoe goed hij ons heeft
gecontroleerd. Alles wordt in orde bevonden. Het is weer een grappige
belevenis, want de captain spreekt een paar woorden Engels en Mieke een
klein beetje Spaans. Iedereen moet er om lachen en met een joviaal
handgebaar nemen de heren weer afscheid.

We zwemmen rond de boot en verder is het een relaxte middag. Morgen weer
vroeg op voor nog eens 50+ mijlen naar Carthagena

Mieke, Lida, Fred en Michiel

Minca, dorp in de Sierra Nevada Santa Marta

ma, 13 jan 14 09:59
Santa Marta, 9 januari 2014

Vanochtend was het vroeg dag, want om 08:00 stond onze chauffeur,
Hannibal, met zijn auto aan de poort van de marina om ons mee te nemen
naar de bergen van de Sierra Nevada Santa Marta. Onze eerste bestemming is
de, van oorsprong indiaanse, nederzetting, Minca. Het dorp ligt op 600m
hoogte in de bergen van de Sierra Nevada Santa Marta, een uitloper van de
Andes. Het is een kruising van enige wegen, of althans wat daar voor
doorgaat, en de Rio de Minca. We willen eigenlijk naar het gebied boven
het dorp waar de bovenloop, met vele watervallen, van de Rio de Minca is.
De weg naar boven is een uitdaging. Eerst lijkt het nog wat, maar als we
de stad eenmaal uit zijn, wordt de weg snel slechter. Voorbij Minca zijn
het meer gaten in de weg, waar tussen ze aantal asfalt restanten vergeten
zijn om weg te halen. We vinden een houten kroegje langs de weg en vragen
Hannibal of we daar koffie kunnen drinken. Hij stopt prompt en we wandelen
naar binnen in een zelf opgetrokken wegrestaurantje waar we heerlijke
biologische Colombian Coffee krijgen en dat proef je. Er gebeurt hier nog
veel meer, want de hele familie is aan het werk om het voedsel voor meer
gasten later op de dag voor te bereiden. Het vlees wordt gesneden van het
stuk. Soep wordt gekookt. Kip gebraden. Het ruikt geweldig, maar wij gaan
verder. We hebben ons eerst vergaapt aan het fantastische uitzicht over de
vallei en de achterliggende bergen. De dichte vegetatie  heeft alle
schakeringen van de kleur groen die bestaan. Het is een schitterend
uitzicht. Een paar km verder omhoog parkeren we de auto voor COP$ 3000 +
1,30 EUR en gaan te voet verder in het natuurgebied van de  Pozo Azul. Het
is een prachtig natuurgebied met veel begroeiing, bloemen, vlinders,
libellen en watervallen.

We komen aan bij een cascade van verschillende watervallen. Een
spectaculair verschijnsel. Sommige poelen zijn diep genoeg om er een duik
in te nemen. Dat doet alleen Michiel. Dat is heel verfrissend, maar wel
koud. We lopen een klein stukje terug naar een steil pad omhoog dat ons
brengt bij Faunal. Dat is een voormalige suikerplantage, die nu wordt
geëxploiteerd als een biologische farm, annex mini camping site, annex
nature-trail. We krijgen hier weer biologische Colombian Coffee, maar nu
met een soort pulp van suikerriet om de koffie aan te zoeten. Door de
uitbater zelf gebakken koekjes bij de koffie. Het doel van het nature
trail is bird watching in optima forma. Voort wonen er boomapen en
boomegels (die we allebei niet hebben gezien). We verschalken met de
camera wel enige tropische vogels en we zien de hummingbirds hangen voor
de bloemen in de bomen. We voelen als als het waren we Tarzan en Jane in
dit gebied. Er is geen elektriciteit. En de bewoners van de farm
improviseren alles zelf.

Terug bij de auto dalen we weer heel voorzichtig af over de kronkelende
bergweg naar Minca, waar we in een traditioneel lokaal restaurant gaan
lunchen. Omdat we geen Spaans spreken en onze chauffeur geen Engels,
bestellen we veel te veel eten, wat we op geen stukken na op krijgen, maar
dat telt niet, want het is wel heel lekker.

Terug in de marina zijn eindelijk de laatste documenten voor onze
inklaring aan gekomen. De nieuwe inhoud van de lege gasfles zou er 48 uur
geleden al zijn, maar die krijgen we ook vandaag. Het weerbericht laat
zich een stuk beter aanzien dan de heftige omstandigheden van gisteren
avond en nacht.

We willen hier weg, niet omdat het hier vervelend of saai is, maar omdat
er verderop ook nog zo veel te beleven valt. Nu alle formaliteiten
eindelijk zijn afgerond, kan dat ook. Later om de avond trekt de wind
echter weer aan tot 40+ knopen en we besluiten om morgen vroeg te gaan. We
willen naar Carthagena, maar we zullen dat waarschijnlijk in twee stappen
doen, door ongeveer halverwege in een baai, die goed beschutting biedt te
gaan ankeren.

Na Carthagena komen we in een gebied, waar de mogelijkheden voor internet
waarschijnlijk veel beperkter zullen zijn. We zullen proberen om
desalniettemin deze website bij te houden, zodat onze belevenissen kunnen
blijven delen met onze trouwe volgers.

Voorlopig meldt Fred dat er net weer een valwind va 46 knopen op de
windmeter voorbij komt. De nieuwe springen die moeten voorkomen dat de
vingersteiger, door de enorme druk op Samantha, beschadigd, liggen stevig
vast. De weerberichten zeggen nog steeds dat het morgen beter wordt,
zullen we maar vertrouwen. Morgen verder.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

Full Aruba naar Panam Archive