Galicia en Golf van Biskaje

In 3 dagen en 3 uren naar St. Mary's, IOS

do, 01 aug 13 15:33


St. Mary's, Isles of Scilly, 14:00 BST

We zijn zojuist aangekomen op St. Mary's en we liggen aan de mooring in de baai voor Hugh Town. We deden er 3 dagen en 3 uren over om de 404 Zeemijlen tussen La Coruna en St. Mary's te overbruggen. We gaan nu eerst een biertje (of 2) drinken en dan uitrusten, want een beetje moe zijn we wel.


















Michiel en Wouter

NB
Arjen Duijve maakte de afbeelding van de AIS tracker van ons vertrek uit La Coruna op 29 juli.

Frouk Segaar stuurde
op 1 augustus, een paar minuten na onze aankomst op St. Mary's, 3 afbeeldingen van de route die ze ons heeft zien varen bij onze aankomst op de IOS.







Op Kaap Finisterre

do, 25 jul 13 14:19
25 juli 2013, 12:20 MEZT, 10 zeemijlen ten Noorden van Kaap Finisterre



Helaas heb ik mijn logboeken uit 2005, toen de Pas de Deux voor het eerst in dit gebied gevaren heeft, niet aan boord. In mijn herinnering waren we toen ook in Combarro en Muros. Nu, 8 jaar later, is het allemaal zo veranderd, dat je deze twee plaatsen nauwelijks meer herkent. In 2005 kon je niet met de boot aan de wal afmeren. Nu hebben beide  plaatsen moderne jachthavens en zijn de kleine vissersdorpen enorm gegroeid dankzij het toerisme. Net zo als in Combarro, is ook in Muros het karakter van het oude dorp bewaard gebleven, en was het zeer de moeite waard om hier ons anker voor het stadje in de grond te leggen. De haven voor de pleziervaart in Muros is zo nieuw, dat die nog nergens vermeld wordt. We kwamen er pas achter toen we al voor anker lagen en met de dinghy naar de wal waren gegaan. Muros was al een "must-see" bestemming, maar dat is nog veel gemakkelijker geworden. Wij lagen prima op ons anker en hebben dat maar zo gelaten.

De volgende dag deden we iets dat niet zo veel jachten doen. We gingen naar de vissershaven van Finisterre. Dat was enigszins een gokje, want Finisterre heeft alleen maar een lange pier, waar de locale boten bescherming achter vinden, maar verder is het helemaal open. Gisteren hadden we weer eens een dag met wind, die naar het ZW en W zou krimpen, zodat we daar een beschermde ankerplaats zouden hebben. De wind gedroeg zich echter anders. In plaats van te ruimen, kromp de wind naar het ZZO, waardoor de golven over een lange afstand op Finisterre liepen. Het was maar afwachten of die deining zich zou voort zetten om de punt van de havendam heen, of dat we rustig water met een veilige ankerplaats zouden vinden. Het viel allemaal heel erg mee. Net buiten de moorings van de locale boten, vlak onder het dorp vonden we een rustige ankerplaats, waar we perfect hebben gelegen. Buiten de PdD lagen er maar drie andere jachten, twee Franse en een Brits.

Ons besluit om naar Finisterre te gaan werd niet ingegeven, doordat het hier zo mooi of aantrekkelijk is. Het ging ons om Finisterre als het einde van de "Ancient World" en om het feit dat we zouden kunnen zeggen: „Daar zijn we zelf geweest, we lagen daar voor anker en we stonden op deze beroemde en beruchte kaap, naast de vuurtoren". Dat laatste is helemaal gelukt, al hadden we daar een handicap bij, die voor Finisterre heel normaal is. Het mistte. We liepen de afstand van 2 zeemijlen, in de mist, langs de Oostkant van het schiereiland, naar de kaap toe. We liepen terug, ook weer in de mist, door het bos over de 213 m hoge kam. Het was een bijzondere ervaring in alle opzichten. Op de kaap stuurden we een ansichtkaart naar mijn moeder in Hilversum, die we ter plekke lieten stempelen en postten in de brievenbus op de kaap, als bewijs. Voorts waren we ook getuige van iets wat we wel hadden kunnen weten, maar waar we van te voren niet aan hadden gedacht. Kaap Finisterre is het einde van de St. James Way. Dat is het laatste stuk van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Veel Pelgrims zijn het lopen, nadat zij het graf van de Apostel Jakob in Santiago de Compostella hebben bezocht, nog niet moe en lopen de 95 km naar Kaap Finisterre er nog bij. De traditie wil dat zij daar hun kleding verbranden en hun schoenen achterlaten. Of ze dan blootsvoets teruglopen weten we niet. We zagen wel degelijk Pelgrims, maar die hadden kennelijk schoenen voor de terugweg meegenomen, want we zagen niemand op blote voeten. Op de kaap beneden de vuurtoren zijn talloze geblakerde vuurplaatsen, onder rotsen gestopte kleding en schoeisel en veel gedenkschriften, veelal met de hand gemaakt.

Er hangen ook waarschuwingsborden dat je niet in de antennemasten van de semafoor mag klimmen om je kledingstukken aan de radioantennes te hangen. Terug in het dorp Finisterre lag de PdD braaf op haar anker op ons te wachten. Het was inmiddels windstil geworden en het regende. Ons deerde dat niet, want wij dronken ieder twee welverdiende biertjes in de kroeg aan de kade en konden daar mee terug kijken op een bijzondere dag, die we niet hadden willen missen.

Michiel en Wouter

In de Spaanse Rias Bajas

wo, 24 jul 13 09:33
23 juli 2013, onderweg van Combarro (in de Ria de Pontevedra) naar Muros (in de Ria de Muros)

De baaien en inhammen in de Spaanse NW kust (Galicië) vormen een van de mooiste zeilgebieden van West Europa. Vooral de Rias ten Zuiden van Finisterre (Rías Bajas) zijn goed beschermd tegen de invloeden van de Atlantische Oceaan. Behalve veel Spaanse jachten zien we hier ook heel veel buitenlanders. Sinds 2005 toen de Pas de Deux hier voor het eerst voer, is het aantal en de kwaliteit van de jachthavens enorm toegenomen. Liggelden zijn zeer betaalbaar en het eten aan de wal kan soms voor prijzen, waarvoor je het zelf niet kunt klaar maken.

We hebben een beetje raar weer. In Nederland heerst een hittegolf, maar hier in Galicië is het helemaal niet zo warm. 's Avonds lange broek en trui aan. Er is al een hele tijd vrijwel geen wind. 's Ochtends vroeg door de afkoeling van het land soms een licht aflandig windje, overdag windstil en tegen het einde van de middag een bries van zee, waar je doorgaans goed op kunt zeilen. We hebben vaak slecht zicht, vooral overdag is er regelmatig nevel of mist. De locals in Portugal zeggen ons dat dit eens in de zoveel jaren gebeurt, dat is slecht voor het toerisme, maar dat af en toe een koele zomer goed is voor de wijnoogsten. Erg vinden we het niet, want hierdoor blijven de harde Noordelijke winden ons bespaart. Ook moeten we weer leren leven met de getijstromen en de plaatselijke verschillen tussen hoog en laag water. Het verval tussen eb en vloed is hier groter dan 3 meter.

Jl. zaterdag vroeg in de middag meerden we af bij de Monte Real Club des Yates in Bayona en gingen onze horloges een uur vooruit, waardoor we nu weer onze dag indelen met MEZT (gelijk aan Nederland). De jachtclub in Bayona staat in hoog aanzien en heeft ook internationaal een grote reputatie. Het was leuk om weer een dag op deze club te zijn. De Spanjaarden hebben op het gebied van de zeilsport een goede reputatie en daar doet de MRCYB zeker aan mee (Bijv. 3 deelnames aan de AC competities en zo nog een heel bord vol met beroemde zeilwedstrijden). Het tableau in de sociëteitszaal van de club laat daar geen misverstand over bestaan. Bayona is een aardig stadje met een groot historisch fort op een schiereiland ervoor, dat tevens de bescherming tegen de oceaandeining aan de marina geeft.

Van Bayona voeren we op zondag 12 mijl naar binnen, de Ria de Vigo in. We meerden af in de marina van de Real Club Nautico de Vigo. Hier startte in 2005 de Volvo Ocean Race. Dat had wel wat voeten in de aarde, want de marina en de jachtclub worden verbouwd. Het is allemaal nog veel groter geworden. Het prestigieuze clubhuis staat nog steeds in het midden. Deze Club is ook een van de vooraanstaande jachtclubs in Spanje. Vigo was ook de plaats waar Arjen Duijve van boord ging om terug te vliegen naar Nederland. Arjen was twee weken aan boord van de Pas de Deux en het was vertrouwd om hem er weer bij te hebben. In deze website posting wil ik Arjen nog een keer bedanken voor zijn inzet en kameraadschap aan boord. Wat een zware tocht tegen de wind in langs de Portugese kust had zullen worden werd een heel gemakkelijke maar zeker niet onaangename periode, waarin we weer veel bijzondere dingen meemaakten en een aantal plaatsen aandeden waar zeiljachten uit NW Europa niet zo vaak komen.

Dezelfde dag (maandag), nadat Arjen per taxi op weg was naar het vliegveld, voeren Wouter en Michiel door naar Combarro, een van de aardigste plaatsjes in dit hele gebied. Behalve dat Combarro al heel oud is, is het ook een samenleving waar zowel veel vissers als landbouwers wonen. Van de landbouwers staat de voorzijde van het huis naar het land gericht. De huizen van de vissers kijken uit over de baai. De huizen van de landbouwers hebben veel bredere deuren, waar vee en wagens ook door naar binnen kunnen. De huizen van de vissers hebben gewone smalle deuren. We klommen omhoog op de heuvels achter het stadje met een geweldig uitzicht over de baai en Combarro onder ons. Terug naar beneden liepen we door de nauwe straatjes en tussen de Horreos door naar het strand. Het stadje aan het water is helemaal gerestaureerd in de oude stijl en de wandeling erdoor heen was inspirerend. Horreos zijn traditionele voorraadhuisjes op palen, typisch voor deze regio, waarin de bewoners hun levensmiddelen bewaren. Grote tochtspleten, om de wind vrij spel te geven, zodat de inhoud zowel koel als droog te blijft en hoge poten die de ratten geen kans geven om er bij te komen.

We zijn nu op weg naar Muros, de andere historische parel in de Rías Bajas. We hebben geen wind, dus we zijn weer een motorboot. Vandaag al tweemaal dolfijnen rond de boot, waardoor het schrijven van dit verhaal steeds weer onderbroken wordt. Verder is het heel mooi weer en in tegenstelling tot de dikke mistwolken die vanochtend boven Combarro op de heuvels hingen, hebben we vandaag een heldere lucht met veel zon en goed zicht. Het is nu kwart voor drie. De zeebries is er wel, maar zo licht, dat we zojuist besloten hebben om de gennaker nog maar even in zijn tas te laten. We blijven nog even een motorboot.

Michiel en Wouter