Lampedusa, 19 mei 2013
Onze tocht naar Lampedusa ging vlot en totaal niet spannend. We deden net geen twintig uur over net iets minder dan 100 mijl. De motor stond in totaal 14 uur aan omdat we op alleen de zeilen te weinig voortgang konden maken. We wilden niet na 12:00 uur 's middags aankomen, want er lagen twee onzekerheden in het verschiet. In de loop van de dag zou het weer veranderen doordat er harde wind en hoge golven uit het Zuiden zouden komen en de pilot niet helemaal duidelijk was over de ligplaats mogelijkheden, want de haven van Lampedusa is voor ons of te ondiep of onbeschut tegen wind en golven uit het Zuiden. Het liep allemaal gesmeerd. We waren er om 10:00 uur. We konden inderdaad geen goede ankerplaats vinden, maar we kregen een mooie plaats langszij van een grote charterboot voor toeristen, met vier meter water en beschermd achter de Ferry pier. Via hun loopbrug konden we ook nog comfortabel naar de vaste wal.
Lampedusa zelf mist elke uitstraling. Saai. Veel restaurants, die vrijwel allemaal dicht zijn. Kaal. Overal is stof. Niets wordt schoongemaakt of opgeruimd. Er ligt net zo veel afval op straat als in de vuilcontainers. In de straten loopt vrijwel niemand. Er zijn wel mensen op straat, maar die zitten in een auto of op een scooter en rijden rondjes door het plaatsje. Toch was het gek om op dit eiland te zijn, dat nog maar kort geleden wereldnieuws was door alle bootvluchtelingen uit Noord Afrika, waarvan er op enig moment enige 10.000-en tegelijk op dit Italiaanse eiland waren aangespoeld en niemand wist wat er met deze vloedgolf van asielzoekers moest gebeuren. Lampedusa kent zelf amper 4000 inwoners. Toch moet het eiland wel een toeristische trekpleister zijn. Er zijn heel veel hotels, restaurants en er is kort geleden een nieuw vliegveld gebouwd, waar we grote chartervliegtuigen op zagen landen. Bovendien schijnt het strand aan de Noordkust tot de mooiste stranden ter wereld te worden gerekend en is de onderwaterjacht er zeer populair.
Toch werd Lampedusa voor ons op een geheel onverwachte manier toch nog heel spannend. 's Middags kwam de eigenaar van de charterboot waar we langs lagen, vertellen dat hij niet wilde blijven liggen en elders ging ankeren. Hij was zenuwachtig geworden van het slechte weerbericht en de hoge golven die bij Lampedusa ook de baai waar hij in lag (en wij ook dus) op stelten zou kunnen zetten. Dat was vreemd want wij hadden juist de indruk dat we op de beste plaats lagen en ook andere boten kwamen juist aan de kade waar hij ook lag beschutting zoeken. De man nam maar geen beslissing, ging met zijn schipper, in de dinghy, de hele haven afzoeken. Hij kwam terug met het besluit dat hij zou blijven liggen, maar dat wij weg moesten, omdat hij toch wilde kunnen verhalen in een noodgeval. Dat was een belachelijk scenario, maar het was niet aan ons om dat aan hem duidelijk te maken. Het enige plekje dat we konden bedenken, was nog steeds achter de Ferry pier, maar nu direct met lange lijnen en veel stootkussens direct aan de pier zelf. We maakten één denkfout, door de boot met de neus naar het Zuiden af te meren, terwijl we wisten dat de wind in de loop van de nacht 180 graden zou draaien maar net zo hard zou blijven, met vlagen tot 40 knopen. Dat kostte ons een nachtrust. De harde wind uit het Zuiden kwam inderdaad, maar duurde niet langer dan een half uur. Helemaal geen golven in de haven, maar de 180 graden draai volgde meteen, waardoor we met de spiegel recht in de wind lagen, wat onder de achterzijde van de Pas de Deux een enorm geklots veroorzaakte, waar je echt niet doorheen slaapt. De boot omdraaien met deze wind langs een hoge kade waar de bolders 50 meter uit elkaar staan was geen optie. Ook de strategie om hier de volgende dag weer los van de wal te komen was een uitdaging.
Het liep allemaal goed af. Met veel verstand, denkwerk en goede wil verzonnen we een methode om 's middags, toen de wind begon af te nemen, om de boot op een voor spring zo ver met zijn achterzijde in de wind te draaien dat we achteruit manoeuvrerend vrij, van de kade en van de voor ons liggende veerboot, konden komen. Omdat we 's middags toch niets anders te doen hadden dan wachten tot de wind zou afnemen, maakten we een lange wandeling door Lampedusa. Ondanks dat het zondag was, ging de plaatselijke supermarkt 15 minuten voor ons open, om onze voorraad brood, tomaten, cervelaatworst en pasta aan te vullen. We zaten in een alleraardigst koffie tentje aan de haven met verschrikkelijk aardige mensen. Die heel erg probeerden om ons te begrijpen, want ze spaken alleen Italiaans en wij niet. Vanuit het dorp dat op een heuvel ligt hadden we gezien dat er aan het einde van de baai een soort scheepswrakken kerkhof was. Dit bleek een stuk land te zijn waar alle wrakke boten en bootjes naar toe waren gesleept die 10.000-en vluchtelingen op het eiland hadden gezet. We konden er gewoon tussendoor lopen en ons verbazen over wat we hier met eigen ogen hebben aanschouwd. We maakte een aantal foto's van dit huiveringwekkende scheepskerkhof, waarvan ik er ook enige in het fotoalbum van deze website zal zetten.
Na onze manoeuvre om vrij van de kade te komen, vonden we een veilige ankerplaats in de lij van de bebouwing en wachtten tot de wind buien van 25 knopen in de baai er niet meer waaien. Om 18:00 uur was het zo ver. We keken naar buiten. De zee zag er niet overdreven ruw uit en na eerst een potje chicken curry met rijst naar binnen te hebben gewerkt gingen we om 7 uur 's avonds anker op voor een stukje zeilen van ruim 90 mijl naar Monastir op de Oostkust van Tunesië.
Michiel en Frouk.
|