Virgin Islands

weerzien met Caliso

do, 24 apr 08 20:30
Virgin Gorda, 24 april 2008
Tijdens ons verblijf in de BVI hadden we 16 april een bijzondere ontmoeting. Wij lagen in de zon in White Bay op Jost van Dyke ons klaar te maken voor onze eerste Pain Killer, toen er een schip onder Engelse vlag binnenvoer die met een luide kreet "PAS DE DEUX, is that really you?!!!" naar ons riep. Het was Caliso, het schip dat twee jaar geleden onderweg van Gran Canaria naar St. Lucia haar kiel dreigde te verliezen. Toen zij hun may-day uitzonden waren wij samen met de Moby Dick III uit Duitsland de twee schepen die het dichts bij waren. Later voegde zich daar ook de Oceans4 van Nico Kuijper en Wilma Vloon bij. Drie schepen bleven bij Caliso totdat de bemanning met hulp van een naar hen toegezonden supertanker van boord konden worden gehaald. Het verhaal van deze redding haalde vele watersport bladen en wij hielden er een goede vriendschap met Moby Dick III aan over. Met de schipper van Caliso hadden we nog wel contact via e-mail, maar we hadden elkaar nooit persoonlijk ontmoet. Dat veranderde op 16 april in White Bay. Aan boord waren Jan en Bob McLaughlin, die beide ten tijde van het ongeluk deel eigenaren waren in het Caliso consortium. Schipper (en tegenwoordig 100% eigenaar) Mark Richards kwam tot overeenstemming met de verzekeraars. Het wrak werd na de berging van de Kaap Verdische eilanden naar Frankrijk getransporteerd en daar volledig gerepareerd. Het was een heel bijzonder moment om met twee van de opvarenden, die we alleen maar van angstige gezichten kenden, persoonlijk kennis te maken.
Het bleef niet beperkt tot White Bay. We bleven elkaar steeds maar weer tegen komen. Op Marina Cay, in Trellis Bay, op de Bitter End Yacht Club. Er staan een paar foto's van Jan(ine) en Bob in het album "Kleine Antillen'
 

BVI als vanouds

di, 22 apr 08 22:27

22 april 2008, Bitter End Yacht Club

We zijn zojuist aan gekomen in de North Sound van Virgin Gorda. Ons anker ligt in hetzelfde gaatje voor de Bitter End Yacht Club, waaruit we het twee jaar geleden hebben opgehaald. We waren hier toen twee maal een aantal dagen achtereen. We trokken toen o.a. op met de Doordrijver van Paulien en Tjalko. Dit keer moesten we natuurlijk terug. Morgen lopen we de trail over de top van het eiland, gaan we biertjes drinken bij Saba Rock, nadat we eerst hebben gesnorkeld op het rif van Saba Rock, we gaan pasta eten bij de Fat Virgin. Misschien lukt het zelfs om weer een paar lasers te huren voor een uurtje spelen. Ik schrijf dit allemaal om de mensen, die hier al eens eerder waren, stinkend jaloers te maken, met opzet.

Sinds Jost van Dyke hebben we uitgebreid genoten van de BVI. We waren twee maal in de Soggy Dollar Bar. We liepen het hiking trail van Great Harbour over de 315 m hoge top van het eiland naar Little Harbour. We hadden weer een persoonlijke ontmoeting met Foxy himself. Cane Garden Bay staat 's nachts nog steeds stijf van de muziek. Het zeilweer is prachtig. De passaat is dankzij een storing ten N van ons niet zo sterk en het weer blijft maar mooi. Een bijzondere avond hadden we jl. vrijdag toen we werden uitgenodigd voor de borrel en het avondmaal bij vrienden van Susie Rittenhouse (Pharos). Mimi en Bill waren onze gastvrouw en gastheer hoog bovenop Great Camanoe Island. Vrij uitzicht op Marina Cay, Trellis Bay en Virgin Gorda aan de horizon.

Op Peter Island was het in het weekend zo druk dat we uitweken naar een heel stille ankerplaats aan de Zuidzijde in White Bay. De volgende dag naar The Bight op Norman Island waar de Willy T (een drijvende bar) voor anker ligt. Het snorkelen in de caves was nog beter dan twee jaar terug. We hadden onder water een ontmoeting met een twee meter lange Barracuda. Gisteren waren we in Trellis Bay en gingen luxe eten bij The Last Resort op Bellamy Cay. Vandaag weer mooi gezeild naar de Bitter End Yacht Club. Het kan niet op. Te veel om allemaal te vertellen.

We blijven hier waarschijnlijk 2 dagen en gaan daarna via Saba naar St. Maarten waar we op de 28e Emmy en Matthijs (echtgenote en zoon van Robert) van het vliegtuig gaan halen. Internet is maar spaarzaam beschikbaar, maar we blijven proberen.

Michiel en Robert

Jost van Dyke, BVI

di, 15 apr 08 19:34
15 april 2008
 
We zitten in Foxy’s bar aan het strand van Great Harbour. Eindelijk hebben we weer eens een goede internetverbinding. Op 9 april vertrokken wij van Culebra, voor een schitterende zeiltocht (nog steeds tegen de wind in) naar de US Virgin Islands. We ankerden eerst in de Lindbergh Bay op St. Thomas, naast de luchthaven. Daar lagen de reserve bladen voor de windgenerator klaar op afgehaald te worden. Dat scheelde een hele heisasa met een taxi heen en weer terug. Nu waren we, inclusief een biertje met uitzicht op deze schitterende baai, in een uur klaar en onderweg naar de grote anchorage, Charlotte Amalie, de hoofdstad van de USVI. We bleven daar twee dagen, om deze, van oorsprong Deense vestiging, uitgebreid te bezoeken. We ontmoeten hier ook weer onze “vrienden-redders” uit Esperanza. Met hen samen voeren we de volgende dag naar de Oostzijde van St. Thomas, en ankerden in de Christmas Bay van St. James Island. De borrel met Richard en Leila (Nebula), Jake en Carol (Offline), Carl en Cheryl (Mystique), Susie (Pharos), op het strand van de baai, was onvergetelijk.
 
De volgende dag staken we eerst het water tussen St. Thomas en St. John over om uit te klaren uit de USVI in Cruz Bay aan de Westkant van St. John. We vonden hier een erg gastvrij dorp met een goede supermarkt (hoognodige verse groenten, fruit en vlees gekocht) en een hele serie kleine bars aan de straat kant. In een van de bars werden we door Susie (Pharos) op een smoothie getrakteerd. Na de Smoothie weer zo’n mooie zeiltocht naar Coral Bay, aan de Oostkant van St. John.
Onderweg haalde Robert, eindelijk met zijn eigen hengel, een Tonijn van een kilo of drie aan dek. Coral Bay, was een prachtige plek om te snorkelen langs de riffen op het strand waar we vlak voor lagen. Na alle hoempapa van de steden waar we steeds lagen, was het een verademing om weer eens in een stille baai te liggen zonder steeds te moeten opletten dat je niet een andere boot zou hinderen met het ankeren.
 
Op maandag voeren we, voor het eerst sinds lange, lange tijd, met de wind mee, naar de overkant, naar de BVI, en werden door de Customs van West End (Sopers Hole)in de BVI ingeklaard. We liepen omhoog achter het dorp, waar hetzelfde uitzicht waar we twee jaar geleden van genoten, nog steeds adembenemend is. Het binnenlopen van Sopers Hole, was bijzonder omdat dit de eerst haven, gedurende onze hele reis tot nu toe, werd waar de Pas de Deux al eens eerder is geweest. Van hier af zullen we nog veel meer plaatsen zien waar we twee jaar geleden ook waren, maar dit eerste weerzien was al geweldig. “Can’t wait to see the rest again”.
 
Sopers Hole heeft geen lekkere ankerplaats en we besloten, nog steeds samen met Mystique en Pharos, om door te varen naar Jost van Dyke. Dit maal met halve wind. Wat een luxe. We waren er in minder dan een uur! We vierden onze terugkeer op Jost van Dyke met een door Robert gekookte Chili aan boord van de Pas de Deux, waar we sinds een paar dagen (vlgs recept van Jake van Offline) ook onze eigen Rum Punches kunnen maken. Gisteren was, heel raar, een dag waarin het onafgebroken, pijpenstelen regende. Toch voeren we met de Pas de Deux om de hoek om daar met z’n allen te gaan snorkelen. Dat kan immers ook in de regen en dankzij de zeiltjes over de kuip van Ab Schulp bleven we min of meer droog. Gelukkig is de Soggy Dollar Bar net zo soggy in de regen als in de zon en de Painkiller (die hier voor het eerst werd gemixt), smaakte alsof we niet weg waren geweest. Vandaag is het weer droog. De atmosfeer is nog een beetje in de war, dus we blijven lekker op onze plaatsen, met de ankers stevig in de bodem. Vanmiddag “hiken” we naar de top van het eiland met een fantastisch uitzicht over de hele baai. Morgen gaan we weer een stukje verder. Maar we zien dan wel waar naar toe. Het zal wel weer tegen de wind in zijn. We zijn er aan gewend en de Pas de Deux is een goede en dappere boot. Tot dan.
 
Michiel en Robert