18 oktober 2007 (donderdag)
We hadden de afgelopen dagen weinig mogelijkheden om zelf op het internet te komen. Dit bericht komt naar Nederland via de HF-radio en hopelijk kan Tjabien het dan op de website “posten”.
Momenteel varen we naar onze laatste havenplaats aan de Chesapeake Bay, Norfolk in Virginia. We gaan daar mogelijk twee dagen blijven. Enerzijds willen we de stad, met de grootste Marine basis van de USA, bekijken en anderzijds hebben we een klussen lijst die we willen afwerken, voordat we naar het Zuiden de ICW in gaan. We hebben de afgelopen week schitterend weer gehad. Jl. zondag staken we vanaf Annapolis de baai over naar de Hudson Creek, een zijtak van de Little Choptank River. Om daar te komen voeren we via Knapps Narrows, een gegraven kanaal door het Tilghman schiereiland. Onze Anchorage lag in een prachtige natuur, stil en heel rustig.
De temperatuur van het water is inmiddels dusdanig dat ik een zwempartijtje wel aandurfde en de volgende ochtend haalde ik, na een paar keer duiken, een hele bos nylon verpakkingsdraad uit de schroef. Ik vermoed dat het spul daar al sinds Nederland heeft gezeten, omdat ik merkte dat de schroef niet in alle opzichten deed wat hij zou moeten doen. Het probleem is nog niet helemaal over, want er zitten nog restanten tussen de bladen en de as, waardoor de bladen niet vanzelf in de vaanstand kunnen komen, maar dat regelen we straks in Ft. Lauderdale wel, als de boot daar uit het water gaat.
De volgende dag was er helemaal geen wind en we voeren op de motor naar Smith’s Island. Samen met Tangier vormen deze twee eilanden zo’n beetje het Urk en Schokland van de Chesapeake Bay. Er wonen voornamelijk vissers. De eilanden zijn niet of nauwelijks ontwikkeld en de bevolking is in hoge mate op zichzelf aangewezen. Smith’s Island was interessant, maar we kregen daar toch een probleem. Bij het binnenvaren, met hoog water, liepen we een paar maal aan de grond. We vonden een mooie steiger waar we aan vast konden maken, aan het dorp Ewell. Na een wandeling over het eiland, tijdens het dagsluiting-biertje gingen we toch maar even kijken wanneer we daar weer weg konden. Dat viel tegen, want dat zou op z’n best de volgende dag om 18.00 uur pas zijn, terwijl het om 18.30 uur donker wordt. Een lokale visser bevestigde dat de havenmond inderdaad aan het verzanden is en dat het nog erger is in de uitgang aan de Oostkant. We hebben het biertje maar even weggezet en zijn met de restanten van de hoge avondvloed er nog net op tijd uit kunnen komen. Het was heel rustig op zee en we vonden een ankerplaats op 3 kabels ten Noorden van het eiland achter de zandbanken, waarop duizenden vogels het einde van de dag met veel gesnater en gekrijs begeleidden.
Op woensdag staken we de baai weer over naar de West oever en zochten een plaats in een van de kreken in de omgeving van Deltaville. Deltaville is ook een centrum voor de watersport, met 10-tallen marina’s en werven. Ieder huis heeft zijn eigen dock met een eigen 40+ voets motorboot of zeilboot voor de deur. We vonden een plaats aan de steigers van de Fishing Bay Yacht Club, waar passanten, mits lid van een erkende watersport vereniging, een nacht gratis mogen liggen. De jachtclub in de Jackson Creek is schitterend, we lagen fantastisch, alle faciliteiten beschikbaar, maar we hebben niemand gezien. En het zag er toch uit als een zeer actieve club.
Omdat we aan het einde van deze week een paar fronten met onweer over ons heen gaan krijgen, willen we ons verblijf hier in de Chesapeake gaan beëindigen. Afgelopen nacht sliepen we in een diepe kreek die een zijtak vormt van de Poquoson River. De kreek heet Bennet Creek. Ook hier weer watersport bedrijven, steigers, marina’s en boten voor de deur, waar je ook kijkt. Wij voeren echter diep de kreek in, diep in het natuur gebied, en vonden water dat net diep genoeg was om te ankeren achter een klein eilandje in de kreek. ’s Avonds keken we naar een visser die met een klein bootje zijn krabbenvallen aan het inspecteren was en naar een ibis die, aan de oever in het riet, op zijn manier stond te vissen. Het was er prachtig. ’s Nachts nog een schaars licht van de afnemende maan en miljoenen sterren. Helaas ook veel muggen die onze nachtrust verpestten en we sliepen noodgedwongen, veel te warm, met de deur en alle luiken dicht.
De Chesapeake Bay is een ongeëvenaard mooi zeilgebied, maar na Labour Day (elk jaar op 4 september) is het seizoen hier over. Alles is dicht, je komt geen boot meer tegen, moorings zijn moeiteloos te krijgen, op de ankerplaatsen ben je doorgaans alleen en je hebt de bijna 200 mijl lange baai zo ongeveer voor jezelf. Wij hadden er geen spijt van dat we er in deze tijd van het jaar zijn geweest. Zo waar hadden we een paar minuten geleden ook nog vier dolfijnen rond de boot die ons begeleidden tijdens onze laatste mijlen in dit prachtige watersportgebied. We zien de marine werven van Norfolk inmiddels aan de horizon. We zullen eens proberen om wat spectaculaire foto’s te maken van een vliegdek moederschip, een kruiser en/of een stuk of wat nucleaire onderzeeboten. Eerst even nieuwe dieselolie in de tank stoppen en dan proberen af te meren aan het Waterfront, in de toeristische kermis van Norfolk.
Wordt, voorlopig nog wel even, vervolgd |