Sardinïe

Vanaf vandaag ben ik een aantal dagen solo zeiler

di, 23 aug 11 21:33

19 augustus 2011, voor anker in de Golfo di Carbonara

Nadat ik Wouter naar het vliegveld had vergezeld, met de bus terug naar de boot. Eerst nog maar eens nagevraagd of ze echt geen internet verbinding konden arrangeren bij de Marina. Dat ging weer niet en ik zal het dus moeten doen met de weerberichten die ik via HF radio en de Navtex ontvang. Het maritieme weerbericht voor de Italiaanse wateren dat continue wordt uitgezonden op VHF 68, bereikt kennelijk Zuid Sardinië niet. De GRIB files, ook via de HF radio, hebben hier in de Med maar een heel beperkt nut. De weerberichten van de locale meteo diensten zijn goed. GFS, waar de GRIB files aan ontleend worden, zit er meestal naast. Als je begint met overal 5 à 10 knopen wind in de GRIB files er bij te tellen, dan benader je misschien iets wat met de realiteit kan overeenstemmen. Maar veel meer dan een referentie bij de locale meteo biedt GFS in dit gebied niet. Ik heb daar geen goede verklaring voor. Onze ervaringen met GRIB files in andere delen van de wereld, ook buiten de USA, zijn over het algemeen juist heel goed.

Kortom eerst naar de dieselpomp, want zonder diesel kan het soms heel lang duren voor je op je bestemming aan komt. Met de wind is het hollen of stilstaan hier. Daartussen komt het wel eens voor dat je mooie zeilomstandigheden hebt, maar dat duurt meestal niet lang. Buiten de haven zeil omhoog, want tegen alle weerberichten in staan er een dun ZW windje dat, ruim wind, net zeilbaar lijkt. Na een half uur is de wind helemaal weg en na een kwartier komt de wind uit het Oosten, pal tegen, aanvankelijk met 10 knopen zoals voorspeld, maar daar blijft het niet bij. 10 minuten later staat er 18 knopen wind met vlagen van 20 knopen. Wel mooi zeilen dus, maar ik mag meteen met de handen uit de mouwen. Rif er in zetten, alles vlak trimmen, achterstag en bakstag op spanning zetten. Door een plotselinge winddraaiing terwijl ik op het voordek ben (jawel, netjes aangelijnd) gaat de boot onvrijwillig overstag. Kortom, vuurproefje voor mij. Na een uurtje heb ik de slag weer te pakken en loopt de PdD als een speer al stampt en buist het in de korte steile golfslag van de Med behoorlijk. Gelukkig ga ik wel veel sneller dan al die Italiaanse lamzakken die er op de motor bot tegenin varen. Om 18:25 lig ik voor anker in de luwte van de Golfo di Cabonara achter Capo Carbonara. Vanaf hier is het 352 mijl naar Malta. Het eerste stuk daar van, is de sprong naar Sicilië en mijn eerste bestemming daar, op het eiland Favignana voor de Westkust van Sicilië is 152 mijl.

Ik wil 's ochtends vroeg weg, want dan kan ik voor donker de volgende dag op mijn eerste bestemming zijn. Het zal niet zo zijn. De wind gaat die nacht niet liggen. Het suist door de wanten en door mijn windgenerator. Goed voor de accu's, maar niet goed voor mijn gevoel. Ik slaap er slecht van. Vanochtend vroeg, weerberichten opgehaald. Wat ik al vreesde, wordt bevestigd. Geen NO wind, maar O tot ZO, pal tegen dus. Voor het Sardinia Channel een waarschuwing voor Oost 7 Bf. Nu kom ik niet in het Channel, maar het ligt vlak ten zuiden van waar ik nu ben en de wind die ik voel, en hoor, zal daar wel zijn verklaring vinden. Ik neem een besluit en kruip weer in bed. Vandaag ga ik niet. Geen goed gevoel en voor morgen lijkt het allemaal wat minder zwaar te worden.

Dus vandaag uitslapen (nu slaap ik wel goed), zwemmen, foto's van de afgelopen tijd bij/verwerken, filter van de watermaker controleren en schoon maken, waypoints voor de reis naar Malta programmeren, de kuipvloer een grondige schoonmaak gegeven, de Honda generator uit z'n hoes gehaald en getest (hij loopt al na de eerste trek aan het startkoord), met snorkel en zwemvliezen het onderwaterschip gepoetst (dat was echt nodig) en tenslotte vier nieuwe postings voor de website geschreven en verstuurd. De eerste twee zijn al weg. Deze en die over Cagliari moeten nog.

Het is heel rustig in de atmosfeer om mij heen. Prachtige heldere sterrenhemel boven de boot. Het weerbericht spreekt van NO 3, weliswaar later ruimend naar Oost en afnemend, maar misschien ben ik er dan al, of bijna. Vooruitzien is goed, maar gokken doe ik niet, dus hoe het verloopt op weg naar Sicilië, schrijf ik een volgende keer. Voor nu welterusten en tot later.

Michiel


Cagliari

di, 23 aug 11 21:25

18 augustus 2011

Vanochtend stonden we vroeg op om met de bus naar het vliegveld te gaan. Wouter moest om 09:00 in checken en we hadden gisteren al gemerkt, dat de bussen in Cagliari wel rijden, maar niet volgens de tijden van de dienstregeling. Waarschijnlijk omdat de vakantiegangers om 07:30 nog niet wakker zijn, althans niet in het OV zitten, reden de bussen deze ochtend wel op tijd en waren wij dus ook te vroeg op het vliegveld. Tijd over om een Telegraaf te kopen. Het is weer net zo als altijd. Je kunt net zo goed een Telegraaf van vorig jaar, of welke andere Nederlandse krant dan ook, kopen, want ze zijn allemaal hetzelfde. Er zijn weer een paar nieuwe voetbaltrainers, Europa is in distress over de Euro (in andere landen dan het onze dus), de beurzen doen het slecht, we hebben nog een regering en de PVV valt tegen. Niks nieuws dus. Zelfs het weerbericht voor Nederland repte over mooi weer. Er staat dus kennelijk, ten minste, één onwaarheid in de krant. Maar wel rustig om te lezen, dat niet alles in Nederland 50 jaar later gebeurt, want er gebeurt kennelijk helemaal niets.

Kortom, na de krant, Wouter de veiligheidscontrole in en dat was alweer de afsluiting van opnieuw een mooie episode. Wouter, je bent een vertrouwde en graag geziene opstapper aan boord bij de Pas de Deux. Deze reis legden we niet zulke grote afstanden af, maar we zagen, zowel in de dagen dat we met z'n drieën waren als de week die we met z'n tweeën aan boord waren, veel mooie dingen en we beleefden ook weer het een en ander. Je bent niet alleen een goede zeilmaat, maar je gezelschap is graag gezien en je handigheid bij het oplossen van allerlei klusjes is haast spreekwoordelijk geworden. Dat was bij Eric ook al zo. Gelukkig is de appel niet ver van de boom gevallen. De reparatie van de theepot, die niet meer wilde schenken, was zo'n klusje. Van je inzet bij het uit elkaar halen en weer terug in elkaar zetten van de watermaker, heb ik al verslag gedaan. Hij doet het nog steeds. Vandaag heb ik nog het filter nagekeken en alles ziet er puik uit. Ik wens je veel succes met het opnieuw onder dak brengen van jullie wetenschappelijke project bij een andere universiteit. Ik hoop dat ik je nog vaker aan boord terug mag zien.

Voor het zover was, hadden we gisteren nog een heel mooie zeildag, 26 mijl van Porto Malfatano naar de Marina del Sole in de grote haven van Cagliari. We begonnen hoog aan een heel dun windje, kruisend, langs de kapen van Zuid Sardinië en eindigend, met een Gennaker op, surfend, met een inmiddels naar het bakstag gekrompen wind, met een snelheid die af en toe de 8 knopen raakte. Dat we daarbij een tijdje begeleid werden door een dolfijn van zeker drie meter, vormde de kers op de taart na afloop van een mooi feest. Wouter maakte foto's van deze grote jongen als bewijs, maar ik vrees, uit zijn sms-je van gisteren begrepen, dat het bewijs inmiddels verloren is gegaan. Wouter, bedenk maar, dat je de mooiste foto's nog steeds met je eigen ogen maakt. Na onze zeildag strekten we nog twee maal flink de benen. 's Middags in de hitte van de stad een supermarkt zoeken om de PdD weer te bevoorraden voor mijn etappe naar Malta. 's Avonds de stad in om, natuurlijk, de citadel te beklimmen. Cagliari is een bruisende stad. Uit alles blijkt dat in de historie Cagliari rijk en belangrijk is geweest. Dat is nu niet meer het geval. Als gezegd, het bruist er van het leven, maar echt mooi is het er niet. En de hoeveelheid auto's en ander gemotoriseerd geweld dat door de wel heel nauwe straatje komt is ronduit storend, om nog maar te zwijgen van de hoeveelheden blik die in de oude stad geparkeerd staan. Van boven uit de citadel was te zien dat je net zo goed naar Istanboel of Havana de Cuba kunt kijken. Van voren mooi, maar kijk nergens achter en kijk vooral niet naar zo'n stad van boven. Dat was in Bonifacio op Corsica heel anders.

Ik zet mijn reis nu 8 dagen solo zeilend voort naar Malta, waar Jan Dalhuisen naar mij toe komt vliegen voor het vervolg van Malta naar Griekenland. Never a dull moment.

Michiel

Porto Malfatano

di, 23 aug 11 21:21

16 augustus 2011

We hebben bedacht dat we alles in het werk zullen stellen om niet het geringste risico te zullen lopen dat we ons moeten haasten om op tijd in Cagliari te zijn voor Wouter om van daar op de 19e terug naar Nederland te vliegen. De Flevo Race roept hem daar. We gaan dus niet verder naar het Westen en na ons uitstapje naar de camping bij Porto Nou, laten we rubberboot gewoon achter de PdD slepen en met een heel dun windje zeilen we rustig, maar wel heel mooi langs de kust naar het volgende schiereiland Capo Malfatano. Daarachter liggen drie baaien, met goede ankergrond, weliswaar weer in het verlengde van dalen tussen de heuvels, maar we hebben nu ons lesje wel geleerd en we zoeken zorgvuldig de baai uit waar de wind niet zal komen tussen de valleien of dalen op het land door. Er komt geen Westenwind, zegt het weerbericht. Maar het weerbericht is niet de baas in de Middellandse Zee. Wie dat wel is, zal waarschijnlijk nooit uitgevonden worden, maar als we eenmaal goed liggen, zo diep in de baai als we durven, begint het prompt uit het Westen te waaien. We laten ons niet wegjagen dit keer en we blijven liggen. Veel anderen doen dat ook en dat schept een band. Later in de middag gaat de wind liggen.

Capo Malfatano is enige honderden meters hoog en bovenop, ja hoor, een wachttoren uit de Nurragh tijd (de oudste bekende inwoners van Sardinië waren de Nurraghs). Alles wat hoog is en beklimbaar, vormt een uitdaging, dus we gaan naar boven en worden niet teleur gesteld. Prachtige uitzichten over zee, over het landschap met zijn stranden, de baaien, incl. de veilig achter haar anker liggende PdD. wij hebben veel mooie ankerplaatsen bezocht, maar qua totaal beeld is dit wel een van de mooiste, althans bij Sardinië. Want niets kan wedijveren met de baai van Girolata bij Corsica. Na onze lichamelijke inspanning op Capo di Malfatano, smaakt het koude biertje, in de strandtent aan de baai, meer dan voortreffelijk. Wouter bakt pannenkoeken aan boord. We trekken nog maar eens een kurk van een flesje wijn. Op deze avond wordt dat een koele rosé met een beetje bubbels. Dat past goed bij de pannenkoeken en bij onze stemming. Opperbest dus.

Michiel en Wouter


De opgravingen van Nora

di, 23 aug 11 21:16

Capo di Pula, 15 augustus 2011

Zowel in de Lonely Planet als in de pilot van de Italiaanse wateren hadden we er al over gelezen. Op het schiereiland Pula ligt de Romeinse stad Nora. Oorspronkelijk een handelscentrum van de Phoeniciers. De Cartagenen bouwden hun stad er bovenop en de Romeinen bouwden daar weer bovenop de stad Nora. Allemaal heel oud dus, d.w.z. heel veel eeuwen BC en heel lang voor AD. Wouter was gisteren avond al op expeditie gegaan, in zwembroek en met snorkel op en had uitgevonden dat er rondleidingen waren, dus dat gingen we doen. We hoefden er alleen maar voor naar de kant. Op de voorgaande avond gebeurde er iets heel grappigs. Wouter was al snorkelend aan de oever van het opgravingen gebied gekomen. Dat was op dat uur natuurlijk "off limits". Wist hij veel. Ik zat rustig in de kuip te kijken naar een hard hollende en steeds weer struikelende dikke man, die zijn petje verloor, nogmaals struikelde bij het oprapen daarvan en hij blies voortdurend op een snerpend fluitje. Het was net een lachfilm. Wist ik veel dat hij Wouter aan het verjagen was. Die was immers naar een verdronken stad aan het zoeken, maar die had hij gevonden op de kant. Vandaag hebben we gewoon een kaartje gekocht. We hadden geluk, want behalve wij tweeën bestond het gezelschap uit een Italiaans echtpaar en een leuke jonge, vrouwelijke, gids, die voor ons beiden, alles wat ze in het Italiaans vertelde ook nog een keer in het Engels deed.

We maakten veel foto's en als er ooit nog weer een keer een internet verbinding komt om ze op deze site te kunnen laten zien, dan kunnen ook jullie de mozaïeken, het theater, het badhuis ('s ochtends voor de mannen en 's middags voor de vrouwen. Het badwater werd gebruikt om de toiletten door te spoelen. Don Platteel heeft daar met zijn "Ecoplay" anno 2011 een aantal patenten op. Gewoon gepikt van de Romeinen, dus.

We waren ondertussen heel erg gelukkig met onze ankerplek, met uitzicht op de verdedigingstoren op de uiterste punt van de hoge kaap, ook nog uit de Punische tijden. Toch gingen we anker op om naar de Porta Teulada te gaan. Schijnbaar een goede ankerbaai verderop langs deze prachtige en afwisselende Zuidkant van Sardinië. Er zijn heel veel van dit soort mooie plekjes aan deze kant en we wilden er nog een paar meer zien. Teulada viel tegen. Mooie omgeving dat wel, ook weer zo'n historische Punische, of nog oudere uit de Nurragh tijd, toren. Maar de baai lag precies in het verlengde van een dal tussen de bergen en de wind kwam daar ongenadig hard doorheen zetten. Het was koud, de ankergrond was slecht met veel zeegras en we woeien gewoon van ons anker af. Om de hoek was nog een ankerplaats, vlak voor de ingang van Porto Nou en bij een druk bezocht strand. Dat Porto Teulada geen goed idee was, bleek uit het aantal boten dat daar lag. Het woei er minstens 10 knopen minder hard, de ankergrond was goed, het was er niet zo koud en we keken nog steeds naar die mooie oude wachttoren, maar nu van de andere kant.

De volgende dag gingen we met de rubberboot nog naar de kant, want er was blijkbaar een camping, gezien alle badgasten op het strand. En campings hebben doorgaans een camping winkel, waar ze brood, vlees, verse groeten en bier verkopen. De camping was fraai, goed georganiseerd en netjes, Heel anders dan het zigeunerdorp in Corallo. De tegenstelling op het water vs op de wal, was heel groot. Het was er om af te bidden zo heet, kurkdroog en overal stof. Gelukkig was het nog geen km lopen, want dat was eigenlijk al te veel. Maar, "the good news is": we hebben weer verse spullen en de koelkast aan boord is weer gevuld.

Wouter en Michiel

Oostkust van Sardinië

ma, 15 aug 11 23:39
vrijdag 12 augustus 2011
66,29 NM op het log; 56,98 NM op de GPS en 11,9 uren op de urenteller van de motor erbij.

De zeilen waren wel omhoog vandaag, maar de motor is niet uit geweest. Het begon veelbelovend met 14 knopen wind uit het NW-en, maar toen de spi eenmaal uit het vooronder te voorschijn was, en we ons op een zeilfeestje haaden voorbereid, draaide de wind 180 graden, nam af tot 1 à 2 Bf. Daarenboven kregen we ook een knoop stroom tegen en dat was het wel zo'n beetje voor vandaag. We kwamen om 20:00 MET in de kleine, maar gezellige, haven van Santa Maria Navarrese binnenvaren. Een totaal ander beeld dan aan de Costa Smeralda. Veel vakantie vierende families, geen hoogdravend gedoe. Aardige en vriendelijke Marineros in het havenkantoor, die echt hun best doen om ons in het Engels te woord te staan. We wandelen door het stadje, waar een groot popconcert aan de gang is. Omdat het vandaag onze trouwdag is, bel ik met thuis en krijgt Angèle thuis bloemen bezorgd. Samen met Wouter eten we een grote lekkere entrecôte met veel frites, buiten op het terras van een, zichzelf alternatieve bar noemend, restaurant, boven de haven met een volle maan die een zilveren baan in de zee maakt. We besluiten deze bijzondere dag met een grappa aan de bar bij het strand, die nu lekker rustig is want iedereen is bij het popfestival. Het weerbericht beloofd ons morgen weer Zuidenwind. We zijn niet van plan om weer de hele dag op de motor te varen, dan liever een stuk kruisen tegen de wind in.

zaterdag 13 augustus 2011

We wilden de O-kust van Sardinië eigenlijk in twee lange dagen doen, maar we willen dat niet helemaal op de motor doen. We gaan zeilen, ook al staat de wind weer tegen. Het is mooi weer en dan maar een stukje minder ver. Vervelen doen we ons niet, want de kust biedt een prachige aanblik. Eigenlijk meerdere aanblikken, want het karakter verandert steeds weer. Hoge steil in zee staande rotsen worden afgewisseld door glooiende valleien en hoge zandheuvels die wel iets weg hebben van een duinkust, maar dan wel 10 keer zo hoog. De Oostkust van Sardinië is onherbergzaam en als het slecht weer is, ook zonder mededogen. Er zijn nauwelijks havens, waarvan de helft zo ondiep is dat we er met de PdD niet eens in kunnen. Er zijn maar een paar plaatsen waar je veilig kunt ankeren, maar niet bij alle windrichtingen. Desalniettemin is het facinerend om hier te varen en met mooie weer hebben van de onhergzaamheid van deze kust weinig last. Voor de straat van Bonifacius ontvangen we een windwaarschuwing West 6 en we zijn tevreden met onze strategie om rechtsom naar Cagliari te varen in plaats van linksom langs de Westkust (die bijna net zo onherbergzaam is). We zien wel waar we vandaag terecht komen. We zeilen mooi met een wind die langzaam van ZO naar ZZO draait. We maken steeds een lange slag langs de kust en dan weer een korte naar buiten om hoogte te winnen. Een veilige ankerplaats is niet binnen bereik en we besluiten weer naar een haven te gaan. Het wordt de Marina di Villaputzu bij Porto Corallo. Porto Corallo is eigenlijk een heel grote camping, maar dan een van het ergste soort. We lopen er overheen omdat er een winkel is aan de andere kant. Veel radio's, overal auto's tussen de de tenten, lawaai, veel stof, krijsende kinderen en dito vaders, moeders, broers, zussen, ooms, tantes, etc. De buren zitten te kaarten met een fles drank op tafel. Het geheel lijkt meer op een vluchtelingenkamp, dan op een populaire plek om vakantie te vieren. Althans, niet voor ons. De gasten op de camping hebben het schijnbaar wel naar hun zin. De haven ligt aan de andere kant van de weg, is gloednieuw en nog lang niet af. We liggen er goed en als op de boot naast ons de ouders er in slagen om hun krijsende zoontje het zwijgen op te leggen, treedt ook bij ons de rust weer in. We hebben tenslotte een mooie zeildag gehad en we maakten een heerlijk potje eten, dat we in de maanovergoten nacht in de kuip met een flesje wijn er bij hebben weggewerkt.

zondag 14 augustus 2011

We zijn nu wel weer klaar met de Italiaanse havens en dankzij het de campingwinkel van Porto Corallo hebben we weer vers brood, verse groenten en fruit. Capo Carbonara is de uiterste ZO kaap van Sardinië en die passeren we om half twee 's middags. Naar de kaap toe hadden we bijna geen wind en ook nog van de verkeerde kant. Eenmaal om Carbonara heen verandert het. De wind wordt Oost, neemt toe tot 14 knopen, de motor gaat uit, de Spi gaat er op en we varen de 22 mijl naar de overkant van de Golf van Cagliari. We zeilen spectaculair en surfen op de toenemende swell uit het ZO. Die swell baart ons wel enige zorgen, want we willen naar een ankerplaats bij Capo di Pula, waar opgravingen zijn uit de Phoenisische, Cartageense en Romeinse tijd. En Capo di Pula steekt in ZO richting uit de Zuidkust van Sardinië. We lopen er hard naar toe en we vinden achter een landtong met een historische verdedigingstoren er op, een prachtige ankerbaai. Als we beetje dicht onder de toren kruipen voelen we vrijwel geen swell meer. De maan is vol, de toren wordt na het ondergaan van de zon in de schijwerpers gezet. Wouter pakt bij het laatste daglicht de snorkel en onderzoekt de zeebodem op de aanwezigheid van ruïnes van de Phoeniciërs, Cartagenen dan wel de Romeinen. Onze anker ketting ligt gedrapeerd over een heel wisselend zeebodem, maar we liggen toch niet bovenop een oude stad. de volgende dag zal blijken dat de voormalige stad Nora, wel deels onder water zit maar aan de andere kant van het schiereiland. Weer een mooie dag met veel avonturen. Wordt vervolgd.
Michiel en Wouter

Afscheid van Frouk

vr, 12 aug 11 17:38
12 augustus 2011


Olbia Airport

Vandaag brachten we Frouk naar het vliegveld, van waar ze terug naar Nederland is gevlogen. We ontwaakten in prachtig weer achter ons anker in de Cala Moresca. We motorzeilden naar de ingang van de Lagune van Olbia. Onder het motto dat we dieselolie kwamen tanken, kregen we ook toestemming van de Marina di Olbia, om een uurtje langs de kade bij de Capitaneria te blijven liggen om met de taxi naar luchthaven te gaan. Met een zware tas vol herinneringen en cadeautjes voor thuis namen we op de luchthaven afscheid.

Frouk was 44 dagen aan boord. We vlogen samen op 28 juni naar Rota om de Pas de Deux weer te water te brengen. Via Gibraltar (met een kort uitstapje naar Ceuta op de Afrikaanse kust) zeilden we langs de Spaanse Costa's, naar de Balearen, waar Angèle ons 10 dagen kwam vergezellen. We maakten samen de 255 mijl lange oversteek naar Corsica. Hier kwam Wouter aan boord, met wie we rond Corsica, Elba en een stuk van Sardinië, voeren. Frouk je was een fijne maat. Er is bij mijn weten geen onvertogen woord gevallen. Soms kwam de meter van eng een beetje opzetten, maar na drie keer slikken en twee keer diep ademhalen was dat enge gevoel ook zo weer weg. Dank je wel voor het delen van onze avonturen gedurende zo een lange tijd. En ook voor al die schijnbaar onopvallende, maar wel belangrijke kleine klusjes aan boord. De ritsen doen het weer. Op de laatste dag dichtten we nog het lek bij de putting van het achterstag (als het dicht wil blijven).

Terug aan boord vertrokken Wouter en Michiel naar een heel mooie ankerplaats onder de majestueuze rots van Isola Tavolara. Onderweg daar naar toe zagen we het AirBerlin vliegtuig, waar jij in moet hebben gezeten recht over de mast van de Pas de Deux vliegen. Om 11 uur die avond was je veilig terug in Krommenie, met foto's vanuit het vliegtuig van de PdD in de lagune van Olbia en van al die mooie plekjes waar we de afgelopen weken zijn geweest.

Wouter en Michiel "doen" nu de Oostkust van Sardinië in een paar grote stappen. De kust is mooi, maar onherbergzaam. Er zijn nauwelijks havens en ook het aantal ankerplaatsen op deze ca. 150 mijl kun je op de vingers van één hand tellen. We motorzeilen, want de wind en de stroom staan allebei tegen. Vanavond willen we in Santa Maria Navarrese proberen aan te komen. Arbatax, waar we aanvankelijk naar toe wilden is waarschijnlijk net een brug te ver om voor donker te bereiken. Wat het wordt schrijven we in de volgende "posting" op de website.

Michiel en Wouter

Naar Olbia

vr, 12 aug 11 11:30
9 augustus 2011
Onze (2e) ankerpositie is 41 gr. 04,534 min. Noord en 009 gr. 31,338 min. Oost in de Porto di Cugnana.

Na onze nachtelijke inspanningen slapen we uit. Het blijft mooi weer ook al blaast de Mistral nog steeds volop, maar we liggen nu goed en tijdens het ontbijt in de kuip aanschouwen we de berging van een 70-voeter die vannacht van zijn anker werd geblazen en op het strand terecht kwam. Dat lot hebben we onszelf met ons hernieuwd ankeren vannacht bespaard. We zijn vandaag aan het einde van de middag uitgenodigd voor het diner op de Windless II van Johan Laperre. Johan was getrouwd met Angèle haar zuster Niny en is de vader van mijn nichtje Thérese en mijn neef Adriaan. Hij woont in Zuid Frankrijk heeft een motorjacht in de haven van Antibes. Wij hadden eerder dit jaar al de verwachting uitgesproken om elkaar in de 2e week van Augustus ergens in de buurt van Olbia te treffen. Het is maar 16 mijl van onze ankerpositie en de route naar Olbia is grotendeels met de wind mee en onder de bescherming van de kust. Met twee reven in het grootzeil en alleen de kleine fok vliegen we over de golven heen. De zeegang valt mee, behalve de hekgolven van de grote motorboten uit Porto Cervo, maar dat hoort er kennelijk bij. Hoe dichter je een zeilschip kunt passeren, hoe leuker. Ons dek is kleddernat van voor tot achter, maar onze luiken zijn dicht en we gaan als een speer. Aan de andere kant van Cabo Figari, een hoge en steile rots aan het einde van het schiereiland ten ZO van Porto Cervo, is er plotseling geen wind meer. De motor komt er bij en we manoeuvreren langs de kaap en langs het Isla Figaro dat er achter ligt tussen de valwinden, die ieder hun eigen richting hebben, door. Eenmaal aan de andere kant pakken we de NW wind weer op en aan de wind stuiven we de laatste 5 mijl naar Olbia.

Wat een tegenvaller is deze gloednieuwe marina. De marina ligt in het midden van niets. Het omringende resort moet nog gebouwd worden. De stad Olbia, waar overigens volgens de Lonely Planet niets te beleven of te bekijken valt, is kilometers weg. De haven is schreeuwend duur. We betalen • 150 voor een nachtje aan het beton. Je moet wel lef hebben om dat soort liggelden te vragen. Zelfs in St. Tropez is het liggeld ca. de helft van wat ze in Olbia durven te vragen. Boycotten die lui. De haven wordt schijnbaar ook gemeden als de pest want de ligplaatsen zijn maar voor minder dan de helft bezet en dat aan de Costa Smeralda! Het enige voordeel is dat de luchthaven op spuugafstand ligt. Maar van het verschil kun je de taxirit vanuit een andere ligplaats meerdere malen betalen.

Ons verblijf in de Marina di Olbia wordt echter helemaal goed gemaakt door de ontvangst en het diner aan boord van de Windless II. Samen met zijn partner Nina bereidt Johan ons een geweldige avond. Zijn kok en schipper koken en serveren in stijl. Buiten is het koud, maar binnen in de salon is het lekker, gezellig en leuk. Later wordt het gezelschap nog uitgebreid met Juergen, een goede vriend van Johan die een aantal dagen met hen gaat meevaren richting Corsica en de Côte d'Azur. Het werd laat die nacht.

Michiel, Frouk en Wouter

De Watermaker

vr, 12 aug 11 11:30
Tijd om het ongewisse over onze watermaker op te heffen:

Hij doet het weer. En, ..... hij doet het al een paar dagen zonder bijzondere problemen.

Hoe liep het af:
1. We begonnen met het monteren van een nieuwe drukmeter. Dat hielp een beetje, maar niet genoeg.
2. We haalden hem helemaal uit elkaar, maakten alles van binnen schoon en vervingen alle O-ringen waar we maar enigszins redelijk bij konden zonder bijzonder gereedschap.
De kajuittafel werd voor een halve dag werkbank en we hielden een zorgvuldige administratie bij van elk onderdeeltje en van de volgorde waarin het weer op z'n plaats terug moest. Dat hielp wel, maar de pomp voerde nog steeds eigen beleid en stopte regelmatig, ook als wij niet op de stop knop hadden gedrukt.
3. Nieuw voorfilter geplaatst, de pomp nog eens bemoedigend toegesproken.
4. Hij doet het weer, zonder problemen. We zijn niet meer afhankelijk van de slang aan de kant en we kunnen weer douchen na het zwemmen om het zout van onze lijven af te spoelen.

Maar we blijven duimen.

Wouter en Michiel

Naar de oost kant van Sardinië

vr, 12 aug 11 11:29
8 augustus 2011

Ondanks dat het vandaag "the day after Wouter's birthday" is, vetrekken we, i.v.m. de waarschuwingen voor de Mistral, op tijd uit Bonifacio. Onder yankee, kotterfok en met een rif in het grootzeil, lopen we met een vaartje van 7 knopen richting Madalena-eilanden. We willen door de passage tussen Sardinië en de Madalena-archipel door, wetend dat de wind in de loop van de dag zal toenemen en naar het NW zal draaien. Via deze route zijn we beschermd tegen plotselinge veranderingen van zowel de wind als de golfslag, waar de straat van Bonifacio berucht om is. Die bescherming tegen de golfslag is maar beperkt, want een ware armada van grote en kleine motorboten verandert het water in een heksenketel. De boten en hun a-sociale vaargedrag veroorzaken meer golven dan de wind bij elkaar kan blazen. De golven staan ook kruiselings door elkaar en wij varen inmiddels, door de ruimende wind plat voor de wind met een uitgeboomde Yankee over BB en het grootzeil over SB. Het gaat wel lekker hard. Voor Cabo Ferro, waar de Oostkust van Sardinië begint en waar Port Cervo om de hoek ligt, moeten we gijpen. Dat gaat heel beheerst, maar we laten de Yankee, met het oog op het enorm drukke verkeer, maar even weg. De Costa Smeralda trekt als een Hollywood-decor aan ons voorbij. Hoe dichter we bij Porto Cervo komen, hoe groter (en ook lelijker) de Super Yachts worden. Bovendien zijn ze schijnbaar in een permanente competitie met elkaar wie het hardst kan. Ondertussen passeren we de grote resorts, de golf links, de villa's en nog meer grote boten. De Cala di Volpa ligt er helemaal vol mee. We tellen er meer dan 50 in deze cala alleen. Later naar het zuiden komen daar nog een paar honderd bij. De honderden die nog in Porto Cervo,  Porto Rotondo en in Marina di Portisco liggen, tellen we niet mee. In de pilot lezen we dat er geen ligplaats over is en als je er wilt overnachten dat je dan weken van te voren een reservering moet maken.

Bij de kleine eilanden net ten ZO van Porto Cervo een verassing. De wind, inmiddels toegenomen tot 6 Bf en gedraaid naar het NW, valt totaal weg. 5 minuten later zeilen we hoog aan de wind in 4 bf uit het ZO! De restanten van de Sirocco, van de vorige dag, zijn nog niet weg en het hoge landschap vormt een natuurlijke barriëre tussen het weer aan deze en de andere kant.

We hebben een mooie baai gevonden, met een veilige ankerplaats voor de nacht. Porto di Cugnana ligt achter de heuvels in het W, heeft een smalle toegang, en is niet diep met een bodem waar het anker goed in houdt. In het midden loopt een pijpleiding, waardoor je maar op een paar plaatsen mag ankeren. Eenmaal daar aangekomen houdt blijkbaar niemand zich aan dat voorschrift. We zijn niet de enigen en wij vinden ook een mooi plaatsje, ondanks de nog steeds voorbij racende motorboten. Het kan hard, dus het moet kennelijk ook hard. Als we er een paar uur liggen krijgen we, zoals te verwachten was, de Mistral toch over de heuvels heen en we krijgen een paar harde valwinden van max 34 knopen over ons. Dat deert ons niet, want we liggen prima en doen gewoon onze zwemoefeningen in het lekker warme water van 29 graden. Voor de nacht leggen we voor de zekerheid een 2e anker.
Plotseling draait de wind weer terug naar het ZO met vrijwel dezelfde kracht als net daarvoor uit de tegenovergestelde richting. Achteraf gezien gezien is de boot waarschijnlijk daardoor twee maal om zijn as gedraaid en de ankers zitten om elkaar heen gedraaid. Om 03:00 is het raak. We krabben. Ankers er allebei uit (dat kostte wel een beetje kracht, want ze kwamen met z'n tweeën tegelijk naar boven). Terug naar onze oorspronkelijke plek. Nog meer lijn en ketting steken en om 03:30 uur liggen we weer in bed.

De volgende ochtend zien we achter ons een voormalige Whitbread Racer op het strand zitten en verschillende boten om ons heen liggen ook opeens ergens anders, dan waar ze aan het begin van de nacht lagen. Valwinden aan de Oostkant van Sardinië "are for real!" Wij genieten van het schouwspel waarbij 10 rubberboten met elk ten minste 200 PK de 70 voeter over de bodem naar dieper water slepen. Wij liggen prima. Eind goed al goed.

Michiel, Frouk en Wouter.