dinsdag 4 februari 2014 #

We verlaten Kuna Yala

21 januari 2014, Isla Grande en Isla Linton

Vandaag gaan we anker op van El Porvenir en verlaten we de San Blas eilanden in westelijke richting langs de kust van Panama. De kust is hier veel hoger en we varen ook veel dichter langs de bergen dan de dagen hiervoor. Door de aanlandige passaat wind die veel vocht vanuit zee meeneemt is het bewolkt likt het te zullen gaan regenen.  We varen halve wind en de boot komt in een lange deinende beweging, die slaperig maakt. Lida stuurt, Fred leest een boek en Mieke en Michiel liggen lekker in hun kooi. De slaap komt vanzelf. We worden wakker doordat de beweging van de boot opeens anders wordt. We draaien met de wind mee een smalle  fjord in, tussen de vaste wal en het Isla Grande vlak voor de kust. Iedereen komt aan dek, want het is verbazend mooi. “Het lijkt hier de Sognefjord wel!”. Beide oevers zijn hoog en er staan villa’s en resorts aan beide kanten. Een prachtige en op het oog inspirerende omgeving.

Eenmaal aan wal valt het tegen. Vergane glorie. Van wat ooit een vakantie lustoord voor toeristen is geweest, is niet vee lmeer over. Overal is verval. Het is er smerig.  Verspreidt ligt huisvuil en bouwafval. Huizen zijn half afgebouwd of missen een dak en ramen. Alles is dicht en er zijn nauwelijks mensen. Een paar kinderen spelen luidruchtig op het strand van het enige resort, dat ook verveloos is en dat duidelijk lijdt aan achterstallig onderhoud. We wilden, zo tegen het einde van het verblijf van Mieke en Michiel aan boord, eens mooi gaan eten op de wal met bijv. Reggae muziek. Maar we zien er van af. Je raakt hier aan de wal gedeprimeerd. In de enige bar die open is kunnen we wifi gebruiken voor $5 per uur per persoon. Ook daar zien we maar vanaf. Wat een tegenstelling en het zag er vanaf het water zo veelbelovend uit. Het is kennelijk niet overal vergelijkbaar met de hof van Eden.

Aan boord is het prima, we zwemmen, we douchen met water uit de watermaker en de mooie maaltijd komt er toch wel, gekookt door Mieke en Lida. Flesje wijn er bij en het leven is zo slecht nog niet, want het uitzicht bevalt nog steeds goed. Het wordt een onrustige nacht. Er komt ‘s nacht swell van de oceaan, vlak voor deur, de fjord binnen. We slingeren in onze kooien en het water in de nog maar half gevulde watertanks klotst en bonkt onderin.

We gaan de volgende ochtend vroeg anker op. Iets verder op ligt het eiland Linton en daar zien we ook een mooie ankerplaats, die veel beter beschut blijkt te zijn. De pilot meldt dat er een grote kolonie apen op Linton leeft. Dit is kennelijk een gewilde plaats om je boot voor langere tijd te parkeren. Er zijn hier veel schepen op vaste moorings. Die hebben daardoor een veel kleinere draaicirkel dan wij op onze ankerketting waarvan we 50 m buiten hebben liggen. We blijven hier niet lang en dat de wind draait is onwaarschijnlijk bij de huidige stabiele weersomstandigheden. Fred en Lida gaan aapjes kijken met de dinghy, maar ze zien geen aapjes. Wel is het hier ook weer een prachtige omgeving. We drinken koffie en eten broodjes voor de lunch, die we een dag eerder, in het enige winkeltje dat open was op Isla Grande, hebben kunnen kopen. Bovendien heeft Lida vers brood in de oven gemaakt en dat is een traktatie.

Rond het middaguur anker weer op. We willen naar Portobello waar meerdere malen per dag een bus vertrekt waarmee Mieke en Michiel naar Panama City kunnen. We varen halve wind verder langs de kust. Het landschap is anders. Er zijn nog wel riffen in zee,maar de eilanden zijn hoog en de swell van de passaat op open zee gaat door tot op de kust. Halverwege Linton en de baai van Portobello is nog een soort lagune achter de riffen voor de kust. Tussen de bosschages en achter de palmen ligt een goed beschermde open plek, Panamarina geheten, die een jachthaven lijkt te zijn, maar het is meer een goed georganiseerde verzameling van moorings waaraan je voor en achter kunt afmeren en je veilig en beschut je schip kunt achterlaten. Het geheel wordt geëxploiteerd door Fransen. Veel schepen liggen hier kennelijk voor langere tijd door hun eigenaren geparkeerd. We gaan er kijken, want zo iets is interessant.

De aanloop is uitdagend. Swell tot aan het rif. Brekers aan BB en aan SB en een smalle opening in het rif met piepkleine rode en groene boeitjes (Rood aan SB en Groen aan BB. Precies andersom dan in Europa), die je pas vanaf ca. 200 m verkent. Achter het rif is het rustig. Je vaart hier op het oog tussen de riffen door, die bij daglicht duidelijk te herkennen zijn. We zien de boot van een Belg, die we in Cartagena hebben ontmoet, liggen, maar hij is kennelijk niet aan boord, want op onze aanroep volgt geen reactie.

We varen de omgekeerde weg terug en we zeilen de laatste mijlen naar de baai van Portobello kruisend naar binnen. Het gaat nu werkelijk regenen. Ondanks het druilerige weer, zien we weer een schitterend mooie baai voor ons. Columbus ontdekte deze baai tijdens zijn laatste reis in 1502 en noemde hem Portobello, mooie haven. Deze baai werd aan het begin van de 16e eeuw het belangrijkste centrum voor de verscheping en verhandeling van de 1000-en tonnen aan goud en zilver die de Spanjaarden uit Zuid-Amerika roofden. De fortificaties rond de baai en voor het plaatsje, om de aanvallen, van voornamelijk piraten en privateers af te weren, zijn er nog steeds. Zowel Sir Francis Drake als Henry Morgan plunderden Portobello en pakten zo hun deel van de roofbuit van de Spaanse overheersers.

Het plaatsje Portobello is wat slaperig ondanks dat er toch veel te zien is. De oude pakhuizen en kerken zijn er nog steeds en zijn de moeite van het bekijken waard. Zeker als je daarbij bedenkt wat hier vroeger allemaal gebeurd moet zijn. Michiel en Mieke hebben na aankomst hun eigen opdrachten. Eerst willen we uitvinden hoe we morgen in de loop van de dag met de bus naar Panama City kunnen komen.  Met enige moeite vinden we in een van de oude pakhuizen een Tourist Information Desk. Met een alleraardigste mevrouw die ons begrijpt, maar geen Engels spreekt. Met het halve woordje Spaans van Mieke en bijgestaan door enige geïnteresseerde omstanders, komen we er uit. De bus vertrekt morgen om 09:10 uur naar Colon en daar stappen we over in de expres bus naar Panama City. Kaartje kopen in de bus, appeltje, eitje en wij zijn opgelucht. Volgende taakje is het vinden van een restaurant waar we Fred en Lida een waardig dankjewel eten kunnen aanbieden en waar we met plastic kunnen betalen, want onze US$$ raken op. Geen probleem, een van de omstanders brengt ons eerst naar de ATM, die, zoals gebruikelijk, stuk is en vervolgens naar een prima restaurant aan het water met een eigen kade voor de dinghy en een afdak boven het terras. Het blijft af en toe regenen, maar de temperatuur is nog steeds zeer aangenaam. We kunnen hier met plastic betalen, maar ze gaan om half negen dicht. Geen probleem. We reserveren om 18:00 uur voor vier personen. Ze blijken een keuze te hebben uit meerdere gerechten, waarvan we de meeste niet kennen, maar dat zal wel goed komen. Ondertussen vinden we in de bar van Jack boven het plaatsje een werkend wifi modem en we kunnen na vier dagen onze mails ophalen en de website voorzien van nieuwe postings en foto’s van de laatste vijf dagen.

De avond is feestelijk met veel lieve dankjewels aan Fred en Lida voor de fantastische tijd die we aan boord van de Samantha met elkaar hebben gehad. De ervaringen waren onvergetelijk. De stemming aan boord was heel erg goed. In totaal was het een ervaring waarvoor we niet alleen dankbaar zijn, maar die we ook niet snel zullen vergeten.

De Samantha vaart verder naar het Noorden langs Costa Rica, Nicaragua, Honduras en Belize naar Mexico. Voor Mieke en Michiel morgen een heel ander avontuur. Met de bus naar Panama City.


 

 

di, 04 feb 14 01:19

donderdag 23 januari 2014 #

Soms zit het mee, en soms zit het tegen

El Porvenir, 20 januari 2014

We liggen voor anker vlak naast het begin va de landingsbaan van het
belangrijkste vliegveld(je) van Kuna Yala, El Porvenir, net ten Oosten van
Punta San Blas. Van hier wilden Mieke en Michiel op 23/01 naar Panama City
terug vliegen, maar dat gaat niet door. Want niet alles zit altijd mee.

De omstandigheden aan het begin van de dag zitten mee. Nog enige ochtend
nevel boven de bergen op het vaste land, maar boven zee is het helder en
de wind in geruimd naar het NO. Prachtig zeilweer. Anker op. Afscheid van
de beeldschone Coco Banderos Cays. We varen langs nog meer van dit soort
tropische prentbriefkaarten. We passeren de Hollandes Cays aan stuurboord
en de Lemon Cays aan bakboord. Hoe verder we naar het Westen komen, hoe
drukker het wordt. Bij Dog Island tellen we 12 schepen voor anker. Velen
varen met de World ARC vlag in het want. Deze 2014 – 2015 Yacht Rally rond
de wereld, met ruim 40 deelnemende jachten, is in november jl. in Las
Palmas gestart en zal eind januari door het Panama kanaal varen.

Ondertussen hebben we ook een tegenvaller. Er komt geen water meer uit de
watermaker. Het voorfilter is ernstig vervuild en alleen het plaatsen van
een nieuw, schoon, filter is niet genoeg om de WM weer aan de gang te
krijgen. Er is waarschijnlijk ook vuil in het mechaniek gekomen.

We moeten ook nog inklaren, zowel in Panama, als in Kuna Yala. De
autoriteiten hebben een kantoor op El Porvenir, dus zouden twee vliegen in
één klap moeten worden. Inklaren en vliegtickets voor Mieke en Michiel
voor de 23e. We dachten in een uurtje weer op weg te kunnen zijn, maar dat
valt tegen. Het inklaren is zeer tijdrovend en de ambtenaren doen ook een
forse greep in de voorraad contant geld aan boord. Je kunt in Kuna Yala
nergens, dus ook echt nergens, met een creditcard of een pinpas betalen.
Alles moet cash in US$. Mieke en Michiel gaan proberen om een airline
office te vinden. Dat is er niet, maar we kunnen ons wel laten registreren
bij het restaurant langs de landingsbaan. Dat lijkt goed te gaan, maar de
man spreekt alleen Spaans en wil onze paspoorten zien. Dus terug aan boord
om die op te halen. Als we een kwartiertje later terug komen loopt de man
die we moeten hebben net weg en gezien zijn wegwerp gebaar komt hij niet
voor ons terug. Van de vrouw van het hotel begrijpen we dat hij “a la
playa is” en om 5 uur terug komt en misschien om 4 uur (het is dan 2 uur
in de middag). Maar hij heeft mondeling bij ons de schijn gewekt dat het
kan op de 23e, dus we blijven gewoon zitten. Fred is nog steeds aan het
inklaren en vervolgt daarna de strijd met de watermaker. Op een gegeven
moment is de man weer terug, maar maakt zich alleen druk over de voorraden
mantequilla (boter) en mayonaisa voor zijn hotel/restaurant (i.e. een
patio met stoelen en tafels en een paar kamertjes met alleen bedden).
Ondertussen heeft de vrouw de airline aan de telefoon en geeft haar
telefoon aan Michiel door. Die moet het kennelijk zelf maar regelen. De
andere kant spreekt onverstaanbaar Spaans en dat helpt niet. Twee jonge
Zwitserse vrouwen die zowel goed Engels als Spaans spreken helpen ons en
geven onze namen en paspoortgegevens voor de vlucht op de 23e door. Zou
het dan toch nog goed komen? Mis poes! Dezelfde Spaanstalige,
onverstaanbare, vrouw belt 5 minuten later terug. Vlug weer naar de
Zwitserse meisjes. De eerste mogelijkheid voor ons om van El Porvenir te
vliegen is pas op 27 januari. Dat is balen. We zullen een alternatieve
oplossing moeten vinden voor onze transfer naar Panama city.

Ondertussen schiet Fred ook niet op met de WM. Er komen teksten dat het
apparaat maar terug moet naar Nederland en dat de volgende opstapper maar
een nieuwe moet mee nemen als handbagage,etc.

Niet helemaal toevallig heeft Michiel precies dezelfde watermaker en hij
is al een paar jaar geleden afgestudeerd op watermaker problemen. Michiel
en Fred duiken samen onderin de boot en beginnen  daar een creatieve
herstel-de-watermaker-sessie. Na anderhalf uur slagen we er in om het vuil
uit de watermaker te verwijderen zonder het apparaat uit elkaar te halen.
Hij maakt zijn slagen weer als voorheen en er komt prima water uit.
Ondertussen hebben Mieke en en Lida een heerlijke nasi maaltijd met ham,
kip en saté gemaakt. Er is veel koud bier en ook rode wijn. De watermaker
doet het nog steeds. We kunnen weer douchen en zo eindigde deze (heel
bijzondere) dag in opperbeste stemming. Morgen plannen maken zodat Mieke
en Michiel op de 23e vroeg in de ochtend met de bus naar Panama city
kunnen rijden vanaf PortoBello, ruim 50 mijl verderop. Dat moet niet al te
moeilijk zijn.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

do, 23 jan 14 10:30

Kunu Yala, Mamiputu, Snug Harbour & Coco Bandero Cays

Coco Bandero Cays, 19 januari 2014

Als we vanochtend wakker worden is Snug Harbour nog steeds even idyllisch
als gisteren. Zwemmen, thee drinken, ontbijten en ons vooral niet haasten.
Er komen enige Ulu's voorbij met Kuna. De eerste vraagt ons om het
ankergeld van $10 te betalen. Dat is weliswaar 2 x het standaard tarief,
maar we krijgen keurig een anker briefje (dat Fred zelf moet invullen) en
we laten het maar zo. Fred staat de volgende Ulu met twee mannelijke Kuna
er in te woord. Hij stuurt ze meteen weer weg, want volgens hem kwamen ze
“cannabis!” aan bieden. Helaas heeft Fred ze niet helemaal goed verstaan,
want ze kwamen de “garbage!” ophalen. En die hadden we wel kwijt gewild,
want er liggen vier volle zakken in het achteronder!

Coco Banderos Cays:
“..... a group of extremely scenic islands, situated behind a four mile
long protective outer reef barrier. The unhabited islands may be the most
beautiful in all of San Blas with their white sand beaches, towering palm
trees and Crystal clean waters.”


En dat is precies waar we nu liggen. Bovenstaande quote uit de “Panama
Cruising Guide” van Eric Bauhaus zegt genoeg. Vergeet niet om ook naar de
foto's in het album op deze website te kijken.

Snug Harbour, 18 januari 2014

We liggen voor anker in een opening tussen twee onbewoonde eilanden,
achter een rif, volkomen beschermd voor de swell van de passaat op het
open water, maar wel lekker in de verkoelende wind. Het ziet er hier uit
zoals het paradijs voor velen in hun dromen zou kunnen zijn. Het water is
kraak helder en de volle maan geeft ons in de nacht een idee van de
omgeving in silhouetten en schaduwen om ons heen.

Los van dit alles liggen we nu op een plaats op de aarde, waar we de Grote
Beer, Orion en het Zuiderkruis tegelijkertijd in de hemel boven ons kunnen
onderscheiden. Voor de Samantha is dit niet de meest zuidelijke plaats
waar de boot ooit was, maar wel bijna. De Suriname Rivier was net een
breedte graad zuidelijker. Voor ons allemaal is het wel de meest
Westelijke plaats waar we ooit met een boot zijn geweest.

Vandaag, met onze zeiltocht hierheen, was weer een prachtige dag.
Windkracht vier, niet helemaal op de neus, zodat we weer lange slagen over
SB en enige korte hoogte slagen over BB konden maken. I.v.m. het vele
manoeuvreren tussen eilandjes en riffen, bleef het grootzeil de hele dag
op de giek en zeilden we met een gemiddelde SOG van 6+ knopen naar Snug
Harbour op alleen de genua. Er wonen hier geen mensen, zelfs geen Kuna
indianen. Toch heeft deze plaats een historie. De naam aan dit beschermde
plekje tussen de riffen van de San Blas archipel, herinnert aan de Britse
schoeners die hier kokosnoten kwamen laden.

Vanavond geen winkels, geen wandelingen op een eiland, maar wel een mooi
avondmaal, dat Lida en Mieke wisten te bereiden uit de ingrediënten uit
Cartagena en van de eilanden hiervoor. Voor morgen ochtend hebben we nog
vers brood van Mamiputu. Wij komen de tijd wel door. De wind waait mooi
verkoelend. Het is niet zo warm.  Het water is blauw en 27+ graden
Celcius. We hebben al twee dagen geen internet en geen telefoon
verbindingen meer. Ons verhaal wordt desalniettemin vervolgd. Z.s.m.
Groeten uit Kuna Yala van:

Kunu Yala, Mamiputu 17 januari 2014


Voor ons vertrek uit Ustupu, de grootste nederzetting op de Zuid
Oostelijke San Blas eilanden, maakten we eerst een lange wandeling door
het dorp. De bevolking is vriendelijk, nieuwsgierig en sprak ons steeds
opnieuw weer aan, met waar we vandaan kwamen, wat onze namen zijn, enz.
Dit dorp is heel anders dan het vorige. De huizen (hutten) staan verder
van elkaar en er zijn zelfs een paar stenen gebouwen met een verdieping er
op. Waterlopen doorkruisen het dorp op veel plaatsen. De vergelijking met
Giethoorn en Venetië gaat niet geheel op, maar het lijkt er wel op. De
meeste hutten hebben hun ulu's (kano's van uitgeholde boomstammen) voor de
deur liggen en er wordt in de watertjes tussen de huizen met lange takken
als vaarbomen gewerkt, “punteren” zou je kunnen zeggen, maar we weten niet
wat het woord voor punteren in het dulegaya, de lokale taal, is.

Er is opvallend veel jeugd in het dorp. Later leren we dat het
vakantietijd is en dat de scholen dicht zijn. In Ustupu is een heel grote
school, die inderdaad leeg is. Aan het einde van de ochtend vertrekken we,
nadat we eerst nog van een lokale boer voor US$3 een enorme papaja hebben
gekocht.

Ondanks dat we tegenwind hebben zeilen we de hele weg naar onze volgende
bestemming, het eiland Mamiputu. We kruisen tussen de riffen en de vaste
wal met steeds een lange slag over bakboord en een korte slag over
stuurboord om de volgende opening in het doolhof van riffen en eilandjes
te kunnen passeren. De boot loopt als een trein en ruim voor vieren, de
zon staat nog hoog genoeg om het verschil in kleur van het water te zien,
liggen we voor anker in de luwte van het dicht bevolkte eilandje. Er wonen
1200 mensen op Mamiputu, dat ongeveer dezelfde oppervlakte heeft als het
eiland Pampus in het IJsselmeer.  De huizen staan hier zo dicht op elkaar
dat je door   sommige “straatjes” alleen maar zijdelings kunt lopen. Om
een aantal huizen heen staat een omheining die een soort compound vormt.
Kennelijk zijn dit families die hun huizen bijeen gebouwd hebben en zo een
zekere privacy creëren. Het is hier ook veel lastiger om een steelse blik
naar binnen te werpen, om zo een glimp van het interieur op te vangen.

Aan het einde van de wandeling probeert een kleine jongen mijn aandacht te
trekken en wijst op mijn camera. Hij wil kennelijk dat ik een foto van hem
maak. We proberen te vermijden om mensen individueel te fotograferen,
omdat we het gevoel hebben dat het niet op prijs wordt gesteld (in de
reisgids staat dat je dat niet moet doen, anders dan met expliciet gegeven
toestemming). Het  jongetje houdt vol en en wil de foto daarna op het
scherm van de camera zien. Hij gaat compleet uit zijn dak van vreugde,
haalt zijn broertjes en zusjes er bij en danst van vreugde. Een ouder
meisje troont ons mee naar de “mama”, die gereserveerd maar wel
goedkeurend knikt. Ze laat ons twee Nuchu's (kleine beeldjes van balsa
hout)  zien en vraagt of we die willen kopen. Lida vraagt haar of ze ook
Molas (geappliceerde indiaanse doeken) heeft. Die heeft ze zeker, maar die
zijn allemaal al verwerkt in vrouwen blouses en we willen losse Molas.
Lida koopt een Nuchu voor $5 en sindsdien hebben we vrienden op Mamiputu.

Morgen verder, naar het volgende feestje in de San Blas archipel van Kuna
Yala. Het is hier zo onvoorstelbaar mooi en leuk. De eilanden met hun
witte stranden, groene palmen en azuurblauw water, doen je haast denken
dat je in de Pacific bent, maar we zijn “gewoon” in de Caraïbische Zee aan
de Atlantische kant.

Mieke, Lida, Fred en Michiel

do, 23 jan 14 10:29