Ciengfuegos, Topes, en Trinidad

Marina Hemingway, 20 januari 2008

 

We waren twee dagen met Jorge, onze chauffeur/gids, op pad in het midden van Cuba. We reden hier op vrijdag al om 05:00 ’s ochtends weg. We reden ruim twee uren in de potdichte mist. Een verschijnsel dat in de tropen eigenlijk nooit voorkomt, maar die dag wel in Cuba. Pas toen de zon opkwam, was het vlug gedaan met de narigheid. Rijden op een snelweg in Cuba, in de mist met 20 meter zicht, zonder belijning, zonder vangrail, met wandelaars, fietsen, karren, vrachtauto’s, bussen, enzovoort is een aparte belevenis. Hulde aan Jorge, die er volkomen cool onder bleef.

 

Het werden twee dagen met veel avonturen. Op de Marina in Ciengfuego maakten we kennis met Oswaldo, de maat van Jorge, met wie hij een jaar in Ciengfuego samen werkte in deze Marina. We sliepen in een privé huis bij Ana Maria en Carlos en genoten daar een geweldige gastvrijheid. We aten in een privé restaurant. Overdag trokken we de bergen in naar Topes de Collantes. We namen de  kortste weg van Ciengfuegos direct omhoog. Dat pakte niet helemaal goed uit, want die weg is ernstig vervallen en alleen nog maar bereidbaar voor vrachtauto’s met een hoge giering en grote wielen en voor 4WD’s. Wij reden in een Peugeot 307 met een 1,4 liter motor. Die motor moest halverwege wel even afkoelen (we waren gewoon de weg kwijt), maar de uitzichten en de natuur waren prachtig. Aan het eind van de dag naar Trinidad (UNESCO erfgoed).

 

In de haven troffen we ook zelf nog bekenden. Eerst spraken we met Mechtelien en Wolfgang Reneman die met hun STAMPER juist aan het inklaren waren. Zij zijn twee jaar geleden veel opgetrokken met de Jobber van Onno en Olga Bijl. Naast hen lag de LOVISA uit Zweden, die we zelf nog kennen uit 2005 toen we samen met Anders en Ann-Christine Andersson optrokken in Barbados en Bequia. We zagen hen de laatste keer in februari 2006 bij Martinique. Het weerzien was een feest.

 

Op zaterdag moesten we eerst een beetje bijkomen van het feest op de jachtclub en ons bezoek aan een soort talenten jacht voor jonge artiesten in een Patio Restaurant naast het theater in het Centrum. We deden dat door wat rond te toeren in en rond Ciengfuegos. Eigenlijk is dat het leukste. Gewoon door een stad slieren, naar de mensen kijken, je overal over verbazen. Het is veel e veel om allemaal op te schrijven. Anne-Christine zei dat zij tot nu toe de eilanden van Kaap Verdië en Cuba de mooiste ervaring hebben gevonden. Ik ben het geheel met hen eens. Veel doet hier in Cuba aan deze archipel voor de kust van Afrika denken. De mensen zijn mooi en arm. Iedereen is vriendelijk. Het is er schoon en veilig en je voelt je op je gemak. Bovenal zijn de mensen trots op hun land. Ze weten wel dat ze in een ontwikkelingsland wonen. Toch hebben ze hun eigen helden. De tres commandantes hebben de mensen van Cuba, ondanks alles, een eigen identiteit gegeven. Vreemd genoeg is het na de Revolución met het land alleen maar bergaf gegaan. Iedereen heeft een hekel aan het systeem, maar toch is Cuba geworden wat het is, een land waar het fijn is om te leven. En ach voor alles is een oplossing. Welk land ter wereld heeft zo’n vloot aan prachtige klassieke auto’s. Ze rijden allemaal nog. Je moet niet onder de motorkap kijken, want daar zit soms iets heel anders dan er ooit zat. Toch is een van de mooiste dingen die je kunt hebben in Cuba een Cadillac uit 1952, die nog de originele carburateurs heeft.

 

Vandaag is het pestweer. Er trekt weer eens een koufront van Florida over Cuba. Het waait hard en het miezert. Dat komt goed uit, want dat geeft ons de kans om straks te proberen om ergens een internet toegang op te zoeken en daarna dit verhaal op de website te zetten. Ik hoop dat het lukt.

 

Ik zal mij vandaag niet houden aan het voornemen om de foto albums wat kleiner te houden. De plaatjes uit Cuba horen bij het verhaal. Of ik een deel er van tussen de tekst weet te krijgen weet ik nu nog niet. Ik hoop dat het ten minste lukt om ze straks te uploaden. Have fun. Wij hebben het al.