15 april 2008
We zitten in Foxy’s bar aan het strand van Great Harbour. Eindelijk hebben we weer eens een goede internetverbinding. Op 9 april vertrokken wij van Culebra, voor een schitterende zeiltocht (nog steeds tegen de wind in) naar de US Virgin Islands. We ankerden eerst in de Lindbergh Bay op St. Thomas, naast de luchthaven. Daar lagen de reserve bladen voor de windgenerator klaar op afgehaald te worden. Dat scheelde een hele heisasa met een taxi heen en weer terug. Nu waren we, inclusief een biertje met uitzicht op deze schitterende baai, in een uur klaar en onderweg naar de grote anchorage, Charlotte Amalie, de hoofdstad van de USVI. We bleven daar twee dagen, om deze, van oorsprong Deense vestiging, uitgebreid te bezoeken. We ontmoeten hier ook weer onze “vrienden-redders” uit Esperanza. Met hen samen voeren we de volgende dag naar de Oostzijde van St. Thomas, en ankerden in de Christmas Bay van St. James Island. De borrel met Richard en Leila (Nebula), Jake en Carol (Offline), Carl en Cheryl (Mystique), Susie (Pharos), op het strand van de baai, was onvergetelijk.
De volgende dag staken we eerst het water tussen St. Thomas en St. John over om uit te klaren uit de USVI in Cruz Bay aan de Westkant van St. John. We vonden hier een erg gastvrij dorp met een goede supermarkt (hoognodige verse groenten, fruit en vlees gekocht) en een hele serie kleine bars aan de straat kant. In een van de bars werden we door Susie (Pharos) op een smoothie getrakteerd. Na de Smoothie weer zo’n mooie zeiltocht naar Coral Bay, aan de Oostkant van St. John.
Onderweg haalde Robert, eindelijk met zijn eigen hengel, een Tonijn van een kilo of drie aan dek. Coral Bay, was een prachtige plek om te snorkelen langs de riffen op het strand waar we vlak voor lagen. Na alle hoempapa van de steden waar we steeds lagen, was het een verademing om weer eens in een stille baai te liggen zonder steeds te moeten opletten dat je niet een andere boot zou hinderen met het ankeren.
Op maandag voeren we, voor het eerst sinds lange, lange tijd, met de wind mee, naar de overkant, naar de BVI, en werden door de Customs van West End (Sopers Hole)in de BVI ingeklaard. We liepen omhoog achter het dorp, waar hetzelfde uitzicht waar we twee jaar geleden van genoten, nog steeds adembenemend is. Het binnenlopen van Sopers Hole, was bijzonder omdat dit de eerst haven, gedurende onze hele reis tot nu toe, werd waar de Pas de Deux al eens eerder is geweest. Van hier af zullen we nog veel meer plaatsen zien waar we twee jaar geleden ook waren, maar dit eerste weerzien was al geweldig. “Can’t wait to see the rest again”.
Sopers Hole heeft geen lekkere ankerplaats en we besloten, nog steeds samen met Mystique en Pharos, om door te varen naar Jost van Dyke. Dit maal met halve wind. Wat een luxe. We waren er in minder dan een uur! We vierden onze terugkeer op Jost van Dyke met een door Robert gekookte Chili aan boord van de Pas de Deux, waar we sinds een paar dagen (vlgs recept van Jake van Offline) ook onze eigen Rum Punches kunnen maken. Gisteren was, heel raar, een dag waarin het onafgebroken, pijpenstelen regende. Toch voeren we met de Pas de Deux om de hoek om daar met z’n allen te gaan snorkelen. Dat kan immers ook in de regen en dankzij de zeiltjes over de kuip van Ab Schulp bleven we min of meer droog. Gelukkig is de Soggy Dollar Bar net zo soggy in de regen als in de zon en de Painkiller (die hier voor het eerst werd gemixt), smaakte alsof we niet weg waren geweest. Vandaag is het weer droog. De atmosfeer is nog een beetje in de war, dus we blijven lekker op onze plaatsen, met de ankers stevig in de bodem. Vanmiddag “hiken” we naar de top van het eiland met een fantastisch uitzicht over de hele baai. Morgen gaan we weer een stukje verder. Maar we zien dan wel waar naar toe. Het zal wel weer tegen de wind in zijn. We zijn er aan gewend en de Pas de Deux is een goede en dappere boot. Tot dan.
Michiel en Robert
posted @ dinsdag 15 april 2008 19:34