Naar Olbia

9 augustus 2011
Onze (2e) ankerpositie is 41 gr. 04,534 min. Noord en 009 gr. 31,338 min. Oost in de Porto di Cugnana.

Na onze nachtelijke inspanningen slapen we uit. Het blijft mooi weer ook al blaast de Mistral nog steeds volop, maar we liggen nu goed en tijdens het ontbijt in de kuip aanschouwen we de berging van een 70-voeter die vannacht van zijn anker werd geblazen en op het strand terecht kwam. Dat lot hebben we onszelf met ons hernieuwd ankeren vannacht bespaard. We zijn vandaag aan het einde van de middag uitgenodigd voor het diner op de Windless II van Johan Laperre. Johan was getrouwd met Angèle haar zuster Niny en is de vader van mijn nichtje Thérese en mijn neef Adriaan. Hij woont in Zuid Frankrijk heeft een motorjacht in de haven van Antibes. Wij hadden eerder dit jaar al de verwachting uitgesproken om elkaar in de 2e week van Augustus ergens in de buurt van Olbia te treffen. Het is maar 16 mijl van onze ankerpositie en de route naar Olbia is grotendeels met de wind mee en onder de bescherming van de kust. Met twee reven in het grootzeil en alleen de kleine fok vliegen we over de golven heen. De zeegang valt mee, behalve de hekgolven van de grote motorboten uit Porto Cervo, maar dat hoort er kennelijk bij. Hoe dichter je een zeilschip kunt passeren, hoe leuker. Ons dek is kleddernat van voor tot achter, maar onze luiken zijn dicht en we gaan als een speer. Aan de andere kant van Cabo Figari, een hoge en steile rots aan het einde van het schiereiland ten ZO van Porto Cervo, is er plotseling geen wind meer. De motor komt er bij en we manoeuvreren langs de kaap en langs het Isla Figaro dat er achter ligt tussen de valwinden, die ieder hun eigen richting hebben, door. Eenmaal aan de andere kant pakken we de NW wind weer op en aan de wind stuiven we de laatste 5 mijl naar Olbia.

Wat een tegenvaller is deze gloednieuwe marina. De marina ligt in het midden van niets. Het omringende resort moet nog gebouwd worden. De stad Olbia, waar overigens volgens de Lonely Planet niets te beleven of te bekijken valt, is kilometers weg. De haven is schreeuwend duur. We betalen • 150 voor een nachtje aan het beton. Je moet wel lef hebben om dat soort liggelden te vragen. Zelfs in St. Tropez is het liggeld ca. de helft van wat ze in Olbia durven te vragen. Boycotten die lui. De haven wordt schijnbaar ook gemeden als de pest want de ligplaatsen zijn maar voor minder dan de helft bezet en dat aan de Costa Smeralda! Het enige voordeel is dat de luchthaven op spuugafstand ligt. Maar van het verschil kun je de taxirit vanuit een andere ligplaats meerdere malen betalen.

Ons verblijf in de Marina di Olbia wordt echter helemaal goed gemaakt door de ontvangst en het diner aan boord van de Windless II. Samen met zijn partner Nina bereidt Johan ons een geweldige avond. Zijn kok en schipper koken en serveren in stijl. Buiten is het koud, maar binnen in de salon is het lekker, gezellig en leuk. Later wordt het gezelschap nog uitgebreid met Juergen, een goede vriend van Johan die een aantal dagen met hen gaat meevaren richting Corsica en de Côte d'Azur. Het werd laat die nacht.

Michiel, Frouk en Wouter