Naar de oost kant van Sardinië

8 augustus 2011

Ondanks dat het vandaag "the day after Wouter's birthday" is, vetrekken we, i.v.m. de waarschuwingen voor de Mistral, op tijd uit Bonifacio. Onder yankee, kotterfok en met een rif in het grootzeil, lopen we met een vaartje van 7 knopen richting Madalena-eilanden. We willen door de passage tussen Sardinië en de Madalena-archipel door, wetend dat de wind in de loop van de dag zal toenemen en naar het NW zal draaien. Via deze route zijn we beschermd tegen plotselinge veranderingen van zowel de wind als de golfslag, waar de straat van Bonifacio berucht om is. Die bescherming tegen de golfslag is maar beperkt, want een ware armada van grote en kleine motorboten verandert het water in een heksenketel. De boten en hun a-sociale vaargedrag veroorzaken meer golven dan de wind bij elkaar kan blazen. De golven staan ook kruiselings door elkaar en wij varen inmiddels, door de ruimende wind plat voor de wind met een uitgeboomde Yankee over BB en het grootzeil over SB. Het gaat wel lekker hard. Voor Cabo Ferro, waar de Oostkust van Sardinië begint en waar Port Cervo om de hoek ligt, moeten we gijpen. Dat gaat heel beheerst, maar we laten de Yankee, met het oog op het enorm drukke verkeer, maar even weg. De Costa Smeralda trekt als een Hollywood-decor aan ons voorbij. Hoe dichter we bij Porto Cervo komen, hoe groter (en ook lelijker) de Super Yachts worden. Bovendien zijn ze schijnbaar in een permanente competitie met elkaar wie het hardst kan. Ondertussen passeren we de grote resorts, de golf links, de villa's en nog meer grote boten. De Cala di Volpa ligt er helemaal vol mee. We tellen er meer dan 50 in deze cala alleen. Later naar het zuiden komen daar nog een paar honderd bij. De honderden die nog in Porto Cervo,  Porto Rotondo en in Marina di Portisco liggen, tellen we niet mee. In de pilot lezen we dat er geen ligplaats over is en als je er wilt overnachten dat je dan weken van te voren een reservering moet maken.

Bij de kleine eilanden net ten ZO van Porto Cervo een verassing. De wind, inmiddels toegenomen tot 6 Bf en gedraaid naar het NW, valt totaal weg. 5 minuten later zeilen we hoog aan de wind in 4 bf uit het ZO! De restanten van de Sirocco, van de vorige dag, zijn nog niet weg en het hoge landschap vormt een natuurlijke barriëre tussen het weer aan deze en de andere kant.

We hebben een mooie baai gevonden, met een veilige ankerplaats voor de nacht. Porto di Cugnana ligt achter de heuvels in het W, heeft een smalle toegang, en is niet diep met een bodem waar het anker goed in houdt. In het midden loopt een pijpleiding, waardoor je maar op een paar plaatsen mag ankeren. Eenmaal daar aangekomen houdt blijkbaar niemand zich aan dat voorschrift. We zijn niet de enigen en wij vinden ook een mooi plaatsje, ondanks de nog steeds voorbij racende motorboten. Het kan hard, dus het moet kennelijk ook hard. Als we er een paar uur liggen krijgen we, zoals te verwachten was, de Mistral toch over de heuvels heen en we krijgen een paar harde valwinden van max 34 knopen over ons. Dat deert ons niet, want we liggen prima en doen gewoon onze zwemoefeningen in het lekker warme water van 29 graden. Voor de nacht leggen we voor de zekerheid een 2e anker.
Plotseling draait de wind weer terug naar het ZO met vrijwel dezelfde kracht als net daarvoor uit de tegenovergestelde richting. Achteraf gezien gezien is de boot waarschijnlijk daardoor twee maal om zijn as gedraaid en de ankers zitten om elkaar heen gedraaid. Om 03:00 is het raak. We krabben. Ankers er allebei uit (dat kostte wel een beetje kracht, want ze kwamen met z'n tweeën tegelijk naar boven). Terug naar onze oorspronkelijke plek. Nog meer lijn en ketting steken en om 03:30 uur liggen we weer in bed.

De volgende ochtend zien we achter ons een voormalige Whitbread Racer op het strand zitten en verschillende boten om ons heen liggen ook opeens ergens anders, dan waar ze aan het begin van de nacht lagen. Valwinden aan de Oostkant van Sardinië "are for real!" Wij genieten van het schouwspel waarbij 10 rubberboten met elk ten minste 200 PK de 70 voeter over de bodem naar dieper water slepen. Wij liggen prima. Eind goed al goed.

Michiel, Frouk en Wouter.