Langs de Zuidkust van Sicilië

21 - 23 augustus 2011

Het vervolg van mijn 153 mijl lange oversteek naar Sicilië liep voorspoedig. Al om 12:15 liep ik binnen bij het eiland Favignana. Zo vlot als de oversteek ging, zo moeilijk ging het daar ter plekke. Een enorm gekrioel van rondvaartboten vol met toeristen, mijn oproepen aan de haven werden niet beantwoord, terwijl ik de "ormeggiatori" wel met elkaar hoorde communiceren. Het zag er allemaal niet zo aantrekkelijk uit, de haven was een een vies en ongeorganiseerd zooitje. Bezoeken schepen waren duidelijk niet welkom. Iemand van het havenpersoneel, althans dat neem ik maar aan, stond wegwuivende bewegingen naar mij te maken. Het was overduidelijk, van hem mocht ik er niet in. Hij zag er uit als een slecht geklede figurant uit de nieuwe aflevering van de film "Pirates of the Caribbean". Vies ongeschoren, vuile hoofddoek, niet bereid om te communiceren, laat staan een woord Engels te spreken. Alleen het kartonnen zwaard aan zijn 3/4 broek ontbrak. Zeker vergeten. Zijn boodschap was duidelijk. Oprotten. Je kunt ankeren buiten de haven, maar hier kom je niet in. Inmiddels stond er 18 à 20 knopen wind die gepaard met een forse golfslag recht de baai voor de haven in stond. Op zich kon dat wel, want de wind was duidelijk Sea Breeze en die gaat weer liggen aan het begin van de avond en er lagen ook een paar andere jachten te schommelen. Ik had me juist verheugd op een lekkere lange rustige nacht, zonder deining en het vooruitzicht dat ik ook de dinghy moest oppompen en het motortje er aan moest hangen, maakte mijn besluit gemakkelijk. Het is nog vroeg, dus ik ga gewoon weg. Ik heb geen zin om me te ergeren aan deze tifosi. Zo kun je ook winnaar worden in een zinloos dispuut, dat niet eens heeft plaats gevonden. Jammer van Favignana. Goed voor mij.

De wind staat de goede kant op, blaast inmiddels met 20 knopen. Ik maak nog snel een paar foto's van de omgeving, de stad en van de stilgelegde loodsen voor de verwerking van Tonijn, wat hier de hoofdbezigheid was. Alternatieven zijn Marsala, een oude historische stad, met een goede haven die net diep genoeg is en Mazaro Del Vallo, de grootste Italiaanse visserij haven in dit gebied. Over Mazaro Del Vallo schrijft de pilot: "Much around the town revolves around the boats(i.e. large fishing trawlers) and the men who go out in them. Many of the boats go over to poach in the rich Tunisian waters and are often arrested. Others go to fish off Libya ....." De keus is niet moeilijk ik ga naar Marsala. Ik laat Mazaro Del Vallo maar voor de Italianen zelf. Marsala is een aardige stad, maar eigenlijk wordt alles in deze dagen bepaald door de onbeschrijflijke hitte. Nadat ik afgemeerd in de jachthaven, eenvoudig, keurig, aardige mensen, maar zoals gebruikelijk steenduur, wandel ik richting stad. Ik blijf langs de kust, want daar staat een windje dat verkoeling geeft, richting wijnpakhuizen van de, vooral in Engeland bekende Marsala wijn. Daarachter ligt een archeologisch park, maar daar staat een kilometers lang hek omheen (kennelijk nog "under construction"). Ik loop er helemaal omheen. Geen andere weg dan de terugweg beschikbaar en vind gelukkig aan de andere kant van de stad een air conditioned café/bar waar ze een koude Heineken en een sandwich verkopen. Ik blijf er lekker een half uur. De stad geeft enige schaduw en is weer een mengeling van wat de Phoeniciërs, De Carthagenen en de Romeinen daar allemaal neergezet hebben. Marsala heeft geen citadel, maar alles ligt achter hoge meters dikke muren met 4 poorten. Terug aan boord is er gelukkig veel koude Cola en bier. Ik kook mijzelf een mooi diner, met een half flesje koude witte wijn en val als een blok in slaap. De dag er na realiseer ik mij pas dat dit een lange dag met veel erin is geweest.

Op de 22e aug vaar ik 41 NM van Marsala naar Sciacca. Onderweg, bij Selinunte, liggen de ruïnes van Romeinse tempels en schijnbaar zijn die vanaf zee te zien. Ik waag mij vlak bij het strand, dichter dan de 5 m diepte lijn durf ik niet, maar de tempels liggen er, zijn goed te zien en ik maak veel foto's. Een boeiende gedachte dat de zeevaarders van 400 BC waaronder Hannibal, precies het zelfde uitzicht hadden. Ook deze dag wordt alles weer overheerst door de warmte. Op de Pas de Deux is het 38 graden in de schaduw. Aan dek in de zon loopt de temperatuur op tot boven de 50 graden. Mijn thermometer gaat niet verder. De dag begint zonder wind en om af te koelen leg ik de boot stil, zet de motor uit en spring ik overboord om een rondje om de boot te zwemmen. Voor de zekerheid wel een lang touw achteraan gehangen. Onzin, maar het blijft toch een raar gevoel. Boot drijft zonder anker, niemand er op en je zwemt er zelf om heen. Toch wel leuk om gedaan te hebben, een keer. De verkoeling van het zwemmen is maar tijdelijk. Het motto is blijf zo veel mogelijk binnen, of althans in de schaduw. De kinderwagen parasolletjes, die bij de standaard uitrusting van de boot horen, maken overuren. In Sciacca, afgemeerd bij een kleine gezellige watersportvereniging, Lega Navale. De vereniging telt veel visbootjes. Veel van de jachten die er liggen zijn buitenlanders. Wij liggen naast een Zweeds echtpaar uit Stockholm op een Hallberg Rassy. We blijken vrijwel tegelijkertijd in new York te hebben gewoond (begin 70-er jaren, Vietnam oorlog enzo). We hadden elkaar veel te vertellen. Zo zagen wij allebei hoe het WTC werd gebouwd. Hij werd opgeroepen als inwoner van een NATO land om te gaan vechten in Vietnam, maar kon nog net op tijd wegkomen uit de USA. Hij deed dat via precies de route die wij zelf ook hadden uitgelegd als ons dat als Nederlandse studenten in de USA was overkomen (en dat kon). Wij hadden ons daar in principe ook op voorbereid. Dit was wel de eerste keer dat ik hoorde dat het ook werkelijk gebeurd is en niet alleen maar een theoretische kans was. Deze winter, als we weer in Zweden gaan Schaatsen, dan gaan we proberen om elkaar te treffen in Stockholm.

23 augustus, 51 NM van Sciacca naar Licata. Het blijft onveranderd heet. Blijkbaar worden er zelfs in deze subtropische streken hitte records gebroken. Leuk hoor, dat hebben wij weer. Vandaag toch een beetje anders. Aan het einde van de ochtend komt er een beetje wind en de Gennaker kan er op. Dat betekent ook een beetje verkoelende wind en de motor kan uit! Licata heeft een heel grote haven, met ver in zee stekende pieren, pas sinds dit jaar mei is er ook een moderne jachthaven. Gloednieuw. De gebouwen staan er allemaal, maar zijn nog leeg. Alles voor de passanten werkt en is beschikbaar, inclusief een koude stortdouche. Wat is dat lekker met heel veel shampoo er bij! Licata is weer een mooie Zuid Siciliaanse stad met veel historie. Eigenlijk is de hele Zuidkust van Sicilië mooi. Er zijn maar weinig havens en ankerplaatsen, althans met voldoende diep water. De uitzichten op de kust zijn afwisselend en prachtig. De hele kust is dicht bevolkt. De historie is zeer rijk en gevarieerd. Het haventje net voorbij de Romeinse tempels bij Selinunte werd in 400 BC door Hannibal verwoest. De brokstukken liggen er nog. Ik ben er vlak langs gevaren. Heel veel van de historie werd bewaard, c.q. opgegraven en weer opnieuw open gesteld voor het publiek. Tenminste als ze de hekken weghalen. Zo ver zijn ze in Marasala nog niet.

Morgen naar Malta.

Michiel