Orei op Evya

14 april 2012
positie 38 gr 56,9' Noord en 23 gr 05,0' Oost

Achter het regen front van gisteren komt een hoop wind vandaan. Maar de wind komt van de goede kant en we willen graag verder. Eerst het anker opvissen dat achter ons in het midden van het kleine rechthoekige haventje van Loutra Adhipsou ligt. Met het anker komen wat, kennelijk overtollige, scheepsonderdelen van anderen mee naar boven. We leggen ze netjes terug, daar waar ze vandaan kwamen en buiten zetten we het grootzeil met twee reven en alleen de kotterfok. We maken eerst een ruime bocht om een van de vele veerboten die hier aan de kade buiten de haven hun passagiers afzetten. De veerboot bedankt ons netjes met een vriendelijke toeter, nadar we geheel vrij van elkaar zijn. We denderen met een knik in de schoten met kleine zeiltjes met een snelheid van 7+ knopen voort. Het weer klaart op en we denken dat het leuk is om de baai ten Westen van ons, Maliakós Kolpós, nog te verkennen. Het gaat zo hard dat we daar tijd en gelegenhied genoeg voor denken te hebben. Als we eenmaal de baai in kunnen kijken veranderen we snel van gedachten. Het is helemaal geen mooie baai, met saaie lage oevers en we zien een grote grijze wolk die haar waterlast boven de baai staat te lozen. We keren op onze schreden. We zeilen nog een stuk met de uitgeboomde half uitgerolde yankee te loevert, maar de regen en veel wind halen ons in. Het wordt weer spectaculair. Vlagen van 34 knopen wind. Het log geeft regelmatig 9+ knopen snelheid door het water aan. We beginnen ons een beetje zorgen te maken, want Griekenland is weliswaar vertrouwd met veel wind, maar dat is de Meltemi en die komt uit richtingen tussen NW en NO en nu blaast het uit het ZW recht de havenmond van Orei binnen. We vinden een alternatief. Anderhalve mijl ten Z van Orei, ligt een pieplein haventje in de luwte, genaamd Pirgos, waar we waarschijnlijk wel veilig kunnen liggen, want er staat net genoeg water in voor onze diepgang.

Maar, niet geprobeerd is niet gewonnen en we gaan toch eerst in Orei kijken. Als we op 1 mijl voor de havenhoofden zijn, gaat de wind liggen (dat gebeurt, weten we inmiddels, in Griekenland vaker). Buiten de haven slaat de deining nog met veel geweld op de kade, maar binnen vinden we aan de kade, bovenwinds, met de spiegel naar de wal, met 50 meter ketting en tros voor ons aan het anker, een prima plek. Twee vissers helpen ons bij het afmeren en leggen onze trossen achter voor ons om de bolders. Alles strak getrokken. De passerelle nog net met een punt op de kant om van boord te kunnen en we liggen prinsheerlijk. De wind gaat verder liggen. De zon komt door de wolken. Morgen is het Pasen in Griekenland en dan is het altijd mooi weer.

Wij sluiten deze gedenkwaardige, maar ook mooie zeildag af, in een echt Grieks restaurant met Red Mullet voor Michiel en een Octopus voor Freek. En toen gebeurde het. Van het tafeltje naast ons krijgen we een karaf Retsina wijn aangeboden. We maken kennis met elkaar en het blijkt dat we aan tafel zitten met een heel bijzonder stel mensen. Alexis en Kristina Norman, broer en zus, geboren uit een Engelse vader en een Griekse moeder, hebben in de heuvels boven Orei een boerderij waar zij ornanisch geteelde vijgen verbouwen en verhandelen. De Partner van Kristina is Jurgos, een echte Griek, die ook goed Engels spreekt. Elk jaar organiseren zij t.g.v. het Paasfeest voor vrienden, familie en bekenden een dag met een speciaal voor Pasen geslacht lam dat aan het spit wordt gebraden. Zij nodigen ons uit om dat met hen te vieren en daar hoeven we niet lang over na te denken.

Morgen is het Pasen met een gebraden lam aan het spit.

Michiel en Freek