Mazagon en de Guadania rivier

6 juli 2012


In de tussenliggende dagen voordat we op 7 juli Arjen Duyve gaan ophalen in Faro hebben we ons voorgenomen om langs de kust van Andalusië in Noordelijke richting varen. Op zich hadden we ook de Quadalquivir kunnen opvaren tot aan Sevilla, maar dan varen we twee dagen op een rivier en moeten we ons misschien zelfs haasten om op tijd in Faro te zijn. ca. 30 mijl veder naar het NW bij de kust ligt Huelva aan de River Tinto met aan de monding het vissersdorp annex toeristen oord Mazagon. Aan de River Tinto, om precies te zijn bij Palos de la Frontera, ligt de plek waar Columbus in 1492 vertrok voor zijn ontdekkingsreis naar Amerika met de Santa Maria, de Pinta en de Nina. Met de Pas de Deux kwamen we hier al een aantal malen langs, maar gingen nooit aan land omdat we dachten dat het een smerige industrie haven was waar veel olie tankers op de rede liggen om Andalusië van olie te voorzien. Dat blijkt niet waar. Mazagon is een erg aardig plaatsje tegen de heuvel aan de monding van de River Tinto met een mooie en gastvrije jachthaven. Die olietankers liggen er wel, maar blijven op zee en lossen hun lading ver van de kust op speciale drijvende olie losplaatsen. De raffinaderijen staan veel verder naar het Noorden en daar zie je alleen de schoorstenen van, in de verte.


Onze tocht naar Mazagon was een cadeautje op zich. Na ons vertrek uit Cadíz, op 5 juli, kregen we om een uur of twee 's middags een prachtige lopende zee bries uit het WSW, waardoor de Gennaker er op kon en we weer een paar uren in onze virtuele luie leunstoel konden genieten.


De volgende dag vertrokken we vroeg, want we hebben op de wateren waar we nu varen weer te maken met eb en vloed en dus moeten we rekening houden met de daarmee gepaard gaande getijstromen. 25 mijl ten westen de monding van de River Tinto ligt de grens tussen Portugal en Spanje, die wordt gevormd door de Guadania Rivier. Aan de Spaanse kant ligt aan de kust Ayamonte en aan de Portugese oever ligt Villa Real de Santo Antonio. Beide plaatsen hebben mooie havens en in villa Real waren wij in 2005 al een keer met de PdD. Ons doel was nu om de rivier 10 mijl op te varen, omdat onze nieuwe pilot voor Atlantic Spain en Portugal een zeer lovende beschrijving van natuur langs deze rivier geeft en er bovendien op een aantal plaatsen langs de oevers pontons liggen waar je kunt overnachten. Wij kozen voor de nederzetting Foz de Odeleite (een dorp kun je het niet noemen), aan de Portugese oever, waar we inderdaad het ponton troffen. Afmeren ging met enig kunst en vliegwerk, want de rivier stroomt hard, de meeste bolders op het ponton waren inmiddels verdwenen en de walstroom deed het al jaren niet meer. Toch hadden we geen spijt van Foz de Odeleite. We wandelden over de steile paadjes tussen de huizen, klommen op een paar punten met mooie uitzichten over de rivier en vonden het enige etablissement ter plaatse, de dorpskroeg, annex restaurant, annex hotel met heel hartelijke uitbaters met goed bier en goed eten, dat we ons lieten smaken. Onze tocht de rivier op was prachtig, maar werd toch enigszins verstoord door de enorme hoeveelheden dode vis die in de rivier dreef. Kennelijk had zich hier kort geleden een vervelend milieu incident voorgedaan dat de visstand in de rivier het leven kostte. Onze beheersing van het Portugees is zo minimaal dat we geen pogingen hebben gedaan om hier over opheldering te krijgen en niemand spreekt hier een woord Engels, Duits of Frans. Morgen ochtend vertrekken we hier, weer heel vroeg bij het eerste daglicht, om terug te gaan naar zee. Vanuit de rivier moeten we over een drempel heen, die we niet bij laag water kunnen passeren en we dus moeten mikken op het eerste (opkomende) halftij om over de drempel te gaan. Dat zal waarschijnlijk betekenen dat we op de rivier de getijstroom van gemiddeld 2 knopen tegen zullen hebben.


Morgen verder


Michiel en Wouter