Southport, North Carolina
27 oktober 2007
Het verhaal van de afgelopen dagen gaat voornamelijk over regen. Langdurig, veel water, vrijwel onafgebroken en in zulke hoeveelheden dat we af en toe niet meer op gewoon zicht konden varen, maar binnen op de elektronische kaart moesten kijken of we niet buiten de (vaak smalle) vaargeul dreigden te raken. De oorzaak van al deze narigheid lag in twee gebieden met lage druk ten Zuiden en ten Westen van ons. Daartussen lag een lang gerekt gebied met de ICW als een soort middenstreep daar door heen. In dit gebied konden warme en koude fronten alles loslaten wat ze in zich hadden en omdat de hele situatie min of meer stationair werd, duurde het ook dagen voordat het een keer beter werd. Gelukkig werd het vandaag in de loop van de dag wel droog en voor de komende dagen wordt er weer veel zon voorspeld. We gaan daar ook weer een bak vol met wind bij krijgen, maar dat verschijnsel hebben we al een keer mee gemaakt en nu zijn we wel voor bereid. De wind komt uit het Noord Oosten en wij varen in een kanaal, dus wind mee en weinig golven. Met een paar voorzeiltjes omhoog zal nu toch waarachtig de motor af en toe eens een paar uurtjes uit kunnen.
Donderdag vertrokken we na een wandeling, in de regen, uit Oriental en staken we de (nu windstille) Neuse Rivier over. Via kreken, met purpoises (een klein soort dolfijnen) rond de boot kwamen we uiteindelijk voor Beaufort terecht. In de rivier ontstond een heel onduidelijke situatie door een wel aanwezige baggerschuit en niet aanwezige betonning. Drie schepen voor ons liepen met een de sterke getijstroom en vallend water op een zandplaat waar helemaal geen water meer stond. Wij raakten ook de bodem, maar grepen net op tijd zelf in. We probeerden hulp te geven, maar twee schepen zaten te hoog om er bij te komen. Op een 50 voet vd Stadt yawl uit Dartmouth, MD zat een oudere man alleen aan boord een beetje hulpeloos te kijken. Hij stak net zo als de PdD ook 7 voet diep en hem konden we tot op een meter of 6 benaderen. We boden aan dat hij ons een dunne lijn zou toewerpen om een zwaardere tros over te kunnen trekken om hem er af te slepen. Met alleen een bos touw gooi je echter geen zes meter ver en de man wist kennelijk niet hoe je wel een lijn moest gooien en wij moesten tegen de wind in gooien. In afwachting van wat er verder zou gebeuren bleven we maar stand-by. Opeens kwam een van de drie, een motorcat uit Texas los en die wist wel dicht bij te komen en een lijn over te brengen. Hij trok de tweemaster er gemakkelijk af, maar het derde schip een 29 voeter uit New Jersey bleef ondanks een gebroken sleeplijn moervast zitten. Ondertussen was de TOW-USA service met een grote super RIB ook ter plaatse en die trok de jonge kerel met zijn 29 voet er zo af. Vervolgens ging ieder weer zijns weegs, nadat wij het aanbod, om in Beaufort een biertje te komen drinken voor de hulp, hadden afgeslagen. Wij gingen verder om te gaan ankeren in de Spooner Creek aan de Bogue Sound net voorbij Morehead city. Nadat we daar een prachtige ankerplaats hadden gevonden tussen de prachtige huizen rond de kreek, kwam ook de 29 voeter uit NJ daar binnen. Hij had eigenlijk niet zo goed geweten, waar hij zou gaan slapen en was maar achter ons aan gevaren. We nodigden hem uit voor een biertje op de PdD en voor zijn verhaal. Hij bleek een jonge avonturier uit Brazilië te zijn. Hij had z'n vriendin van de hand gedaan, had een boot gekocht en is op weg naar de Cariben om daar als liveaboard duikinstructeur te worden. Hij heet Gustavo, bleek een aardige vent te zijn, die ook wel e.e.a. van varen en duiken af wist. We zullen hem vast nog wel eens ons pad zien kruisen. Ondertussen regende het de hele dag (hard).
Donderdag via de lagoons die hier vlak achter het strand liggen voeren we ondanks de teilen met water die vanuit de hemel steeds over ons werden uit gegoten naar een ankerplaats in de Topsail Sound. Een verbindingswater tussen het strand en de lagoon, waar het wel hard stroomt, maar we lagen er perfect. Een inspirerende plek, maar vanwege de plensregen, die niet op hield, konden we niet eens een foto maken.
Vandaag begon weer druilerig. Onze zeilpakken dropen nog van het water, maar zo waar rond het middaguur werd het droog en konden we langzaamaan de boel een beetje laten opdrogen. Overigens heeft de boot nergens gelekt (de laatste lekjes hadden we net op tijd gedicht). We kwamen langs een paar z.g. inlets waar het beestachtig hard stroomde en waar de waterdiepte ook meermalen een probleem was. Bij deze inlets is er een open verbinding met de oceaan, waardoor de invloed van eb en vloed zich ten volle laat gelden. De inlets zijn vaak niet bevaarbaar, maar daar trekt het getij zich niets van aan. Je leest de waarschuwingen voor sterke stroom en verzanding wel in de pilot, maar als het zich werkelijk aandient word je toch verrast. We raakten een paar maal de bodem, maar steeds zonder nare gevolgen. We zagen wel een grote barge met duwboot en al, die zich dwars in de vaargeul volkomen had vastgewerkt en waar alle Southbound verkeer (er gaat bijna niemand Northbound) voorzichtig, met veel gepraat op de VHF, om heen moest manoeuvreren. Uiteindelijk voeren we door de Snows Cut, een smalle verbinding tussen de Myrtle Grove Sound en de brede Cape Fear River, naar Southport, vlak bij de monding van de rivier in de oceaan. We liggen hier in de marina, omdat we weer eens uitgebreid willen douchen, internetten en gewoon de toerist uithangen. Dat doen we morgen. Tot dan.
Michiel en Robert |